Op 18 januari 2023 is een nota naar aanleiding van het verslag en een nota van wijziging bij het wetsvoorstel Wet herziening bedrag ineens verschenen.
In de nota naar aanleiding van het verslag is aangegeven dat de beoogde ingangsdatum van 1 juli 2023 niet haalbaar is. De ingangsdatum wordt verschoven naar 1 januari 2024.
Gedeeltelijke afkoop ook voor lijfrentevoorzieningen mogelijk
In de nota van wijziging is opgenomen dat het voor consumenten ook mogelijk moet worden om een deel van de aanspraak op een lijfrente af te kopen, zonder dat consumenten daardoor revisierente moeten betalen. Ook wordt het mogelijk om bij een eigen vennootschap opgebouwde lijfrenten of stamrechten gedeeltelijk te kunnen afkopen. Het gaat dan om een lijfrente of stamrecht bedongen vanwege de overdracht van een IB-onderneming. Er wordt in de wet een delegatiebepaling opgenomen zodat in lagere regelgeving afkoopvoeten gegeven kunnen worden om de afkoopwaarde te kunnen bepalen van de lijfrentevoorziening of stamrecht.
Bron: nota van wijziging bij wetsvoorstel Wet herziening bedrag ineens (kst. 36154) en nota naar aanleiding van het verslag bij Wetsvoorstel Wet herziening bedrag ineens (kst. 36154), Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 18 januari 2023
Geef een reactie