Het kabinet wil deze kabinetsperiode nog vervolgstappen zetten met de aanpak van fiscale regelingen en komt voor de zomer van 2023 met voorstellen. Staatssecretaris Van Rij beantwoordt Kamervragen over het onderzoek en het plan van aanpak.
In het onderzoek worden fiscale regelingen beoordeeld op een aantal criteria en op basis daarvan worden indien daar aanleiding toe is vervolgstappen genomen. Voor de evaluaties van fiscale regelingen die deze kabinetsperiode tot stand komen geldt dat bij een negatief oordeel het uitgangspunt is om deze regeling af te schaffen of te versoberen. Als uit de evaluatie blijkt dat een fiscale regeling beter aan de uitgavenzijde kan worden vormgegeven, is het uitgangspunt om de fiscale regeling conform de aanbeveling te verplaatsen. Indien de wens is om deze fiscale regeling toch te handhaven, dient de minister op wiens begroting de regeling staat de reden hiervoor toe te lichten in de Ministerraad. Het kabinet dient dan ook in een kabinetsreactie aan de Kamer expliciet in te gaan waarom de regeling niet wordt afgeschaft. Dat is vastgelegd in de nieuwe begrotingsregels van dit kabinet. Daarnaast is benoemd dat fiscale regelingen worden geëvalueerd volgens een evaluatieprogrammering die in de Miljoenennota en begrotingen wordt gepubliceerd.
Transparanter belastingstelsel
Het doel van de vereenvoudigingsoperatie is om te komen tot een simpeler, eerlijker en transparanter belastingstelsel. De budgettaire opbrengst is daarbij van secundair belang. Daarom wordt er ook naar budgettair kleinere regelingen gekeken. Tegelijkertijd is er een taakstelling voor belastingconstructies en fiscale regelingen opgenomen in de Miljoenennota 2023, waarin het kabinet tevens de ambitie uitspreekt om de lasten op arbeid te verlichten. De vraag hoe wordt omgegaan met vrijgevallen middelen en of een (gerichte) terugsluis logisch is hangt af van de beoordeling van een specifieke regeling en betreft daarmee maatwerk.
Het afschaffen van niet effectieve fiscale regelingen zal tot meer capaciteit bij de Belastingdienst leiden waardoor er inderdaad meer ruimte moet zijn voor hervormingen en beleidswijzigingen.
Geef een reactie