De belastingrechter mag bij de beoordeling van een individueel beroepschrift tegen de box 3-heffing de gevolgen van de collectieve uitspraak meenemen.
Een man is aangeslagen voor box 3 inzake IB/PVV 2015 tot en met 2018. Zijn bezwaren vallen onder de massaalbezwaarprocedure. Zijn beroep en het hoger beroep zijn echter ongegrond verklaard. In cassatie stelt de man dat hij op grond van het Kerstarrest (NTFR 2022/37) recht heeft op rechtsherstel. Voor de jaren 2015 en 2016 faalt dit betoog, waarbij de Hoge Raad verwijst naar zijn arrest van 20 mei 2022. Zie NTFR 2022/2070 en ‘HR komt belastingplichtigen massaalbezwaar verder tegemoet’ voor meer informatie over dit arrest. Met betrekking tot 2017 en 2018 oordeelt de Hoge Raad als volgt.
Rechter mag gevolgen collectieve uitspraken meenemen
Op het moment dat het hof uitspraak heeft gedaan, luidt het uitgangspunt dat een aanwijzing ‘massaalbezwaarprocedure’ tot gevolg heeft dat de onder die procedure vallende rechtsvragen uitsluitend aan de rechter zijn voor te leggen in de daartoe geselecteerde zaken. In andere zaken kan de rechter alleen beoordelen of sprake is van een individuele buitensporige last. Dit uitgangspunt is echter genuanceerd in het arrest van 20 mei 2022. Is namelijk in de massaalbezwaarprocedure een collectieve uitspraak gedaan? Dan kan volgens het arrest de rechter vanaf die datum bij de behandeling van het (hoger) beroep inzake het individuele bezwaar (de individuele buitensporige last) de gevolgen van de collectieve uitspraak in zijn oordeel betrekken. Dat is inclusief de individuele verminderingsbeslissing. Maar dit arrest impliceert niet dat de rechter na de collectieve uitspraak op bezwaar de gevolgen daarvan steeds zelfstandig moet bepalen en daarmee moet vooruitlopen op een nog te nemen individuele verminderingsbeslissing.
Wachten op partijen is in beginsel niet nodig
Het is evenmin zo dat de rechter, in die gevallen waarin hij finale beslechting van het geschil niet mogelijk acht, zijn uitspraak pas mag doen nadat partijen zich over de gevolgen van de collectieve uitspraak en de daarop gebaseerde individuele verminderingsbeslissing hebben kunnen uitlaten. Dit laat onverlet dat de rechter het belang van een voortvarende beslechting van het geschil zwaarder kan laten wegen. Kan hij de gevolgen van de collectieve uitspraak op bezwaar voor de hoogte van het box 3-inkomen niet overzien? Maar vindt hij wel aanknopingspunten om aan te nemen dat het krachtens het Kerstarrest te bieden rechtsherstel niet tot een andere beoordeling van de individuele buitensporige last zal nopen? Dan staat het de rechter vrij zich te beperken tot een oordeel over de individuele buitensporige last. Al met al ziet de Hoge Raad reden om het cassatieberoep van de man ongegrond te verklaren.
Wet: art. 5.2 Wet IB 2001 (tekst 1 januari 2017)
Bronnen: Hoge Raad 3 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:127, 22/01334 en Hoge Raad 3 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:141, 22/01432
Geef een reactie