Als een lichaam bij de aankoop van een niet-gelieerde vennootschap de aandeelhoudersvorderingen op die vennootschap overneemt, zal die vordering in principe zakelijk zijn.
Een bv heeft alle aandelen in twee buitenlandse rechtspersonen verkregen voor € 1 per vennootschap. Deze bedrijven handelen in productielijnen voor de productie van kunststofproducten zoals profielen. Daarnaast neemt de bv alle bestaande aandeelhoudersleningen en intercompany leningen over van de verkoper voor € 1. De vorderingen hebben een nominale waarde van € 30.551.417 respectievelijk € 12.668.530. De intercompany-leningen zijn niet formeel vastgelegd. Er zijn dan ook geen zekerheden gesteld en evenmin is een looptijd overeengekomen. In de jaarrekening is een rente gehanteerd van 1,0%. De aandeelhoudersleningen zijn achtergesteld op de bankleningen en hebben een looptijd van 29 of 30 jaar. Doordat bij aflossing de schuldenaar meer betaalt dan de nominale hoofdsom, is er economisch gezien sprake van rente, in dit geval 0,5%. Ten slotte heeft de bv de bankleningen overgenomen voor € 14.869.987. Deze aankoop is gefinancierd met een kapitaalstorting in de bv door haar moedermaatschappij.
Agiostorting en boekwinsten
In 2016 heeft de bv in totaal € 8,75 miljoen aan agio in de twee vennootschappen gestort. Daarvan is € 2,15 miljoen bestemd voor het betalen van overige crediteuren/ transitoria. Een bedrag van € 1,5 miljoen is bestemd voor de financieringen en garanties in verband met nieuwe opdrachten. Verder is € 500.000 bestemd voor de betaling van Duitse overdrachtsbelasting en € 350.000 voor de afbetaling van een schuld aan een bank. De rest betreft het inlopen van achterstanden met betrekking tot werkkapitaal. Fiscaal gezien rekent de bv de agiostortingen niet toe aan de aandelen, maar aan de kostprijs van de bankleningen die zij heeft overgenomen. In 2017 realiseert de bv boekwinsten op de intercompany-leningen en aandeelhoudersleningen. Volgens de bv zijn deze resultaten vrijgesteld omdat het gaat om deelnemerschapsleningen of onzakelijke leningen.
Rente is winstonafhankelijk gebleven
Zowel de Belastingdienst als Rechtbank Gelderland is het oneens met de standpunten van de bv. Hoewel de betalingen van de rente is opgeschort totdat de schuldenaar weer winst maakt, vormen de leningen geen deelnemerschapsleningen. De hoogte van de rente is namelijk niet winstafhankelijk geworden. De leningen zijn evenmin onzakelijk geworden, omdat de onderliggende transacties zakelijk zijn. De rechtbank volg de civielrechtelijke vorm, zodat het resultaat op de leningen belast is. Bovendien oordeelt de rechtbank dat de agiostorting niet kwalificeert als de fiscale kostprijs van de leningen en dus het resultaat evenmin drukt.
Geef een reactie