Mr. Almer de Beer legt in een Tax Talks e-learning uit hoe de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap uitpakt. Bijvoorbeeld wat er gebeurt als een verbonden persoon veel geld leent van de bv.
Per 1 januari 2023 is de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap in werking getreden. Daardoor neemt de Belastingdienst bij een grootaandeelhouders een regulier voordeel uit aanmerkelijk belang (ab) in aanmerking als de schuld van de grootaandeelhouder een bepaald maximum overschrijdt. Voor iedere ab-houder geldt een maximumbedrag van € 700.000. Maar voor fiscale partners geldt dit bedrag gezamenlijk, zelfs als beide partners een ab houden in hun eigen bv. Eigenwoningschulden in box 1, anders dan restschulden, tellen niet mee. De Beer wijst erop dat de wet niet voorziet in een step up bij het ontstaan van een aanmerkelijkbelangpositie. Het is evenmin mogelijk om schulden aan de vennootschap te salderen met vorderingen op de vennootschap. Daarom kan het raadzaam zijn om zelf over te gaan tot civielrechtelijke verrekening, aldus De Beer. Ook benadrukt hij dat deze maatregel uitsluitend werkt voor het inkomen uit ab.
Voorkomen van dubbele heffing
Voor zover de bv de ab-houder zijn schuld kwijtscheldt en deze kwijtschelding aanmerkt als dividenduitkering, is bij de ab-houder niet ook nog eens een fictief voordeel uit ab belast. Anders zou immers sprake zijn van dubbele heffing. De Beer merkt op dat het hierbij niet gaat om een schijnlening, omdat deze ook civielrechtelijk geen lening is. Daarnaast wijst hij erop dat het reguliere voordeel wel moet zijn belast. Als de dga de kwijtschelding van zijn schuld niet heeft opgegeven – wat in de praktijk nogal eens gebeurt – is de regeling bij excessief lenen onverkort van toepassing. Verder is van belang dat voor de maatregel met betrekking tot excessief lenen het einde van het jaar als toetsmoment geldt. Is sprake van een fictief regulier voordeel? Dan vindt voor het volgende jaar een verhoging van het schuldenmaximum plaats ter grootte van de eerder belaste fictieve reguliere voordelen. Ook dit voorkomt dubbele heffing.
Negatief fictief voordeel
Als de ab-houder (een deel van) zijn schuld aflost, kan zijn schuldensom op de peildatum lager zijn dan zijn maximum. In dat geval vormt dit verschil een negatief fictief voordeel uit ab. Dit negatieve fictieve voordeel kan echter in absolute zin niet hoger zijn dan het eerder belaste positieve fictieve voordeel. Vervolgens vindt een verlaging plaats van het maximumbedrag van de ab-houder met het negatieve fictief reguliere voordeel. Onder omstandigheden kan een negatief fictief regulier voordeel leiden tot een verlies. Dit verlies is volgens de reguliere voorwaarden en termijnen te verrekenen. Onder voorwaarden is een verlies om te zetten in een belastingkorting. Bij aflossing van de schuld door een dividenduitkering, is het negatieve fictief reguliere voordeel daarmee te verrekenen.
Verbonden personen met schulden bij bv
Stel dat een verbonden persoon een schuld heeft aan de bv van de dga. Hierbij tellen bloed- en aanverwanten van de dga of zijn partner als verbonden personen. Voor zover de schuld van de verbonden persoon uitkomt boven het schuldenmaximum van die verbonden persoon, voegt de fiscus deze schuld toe aan de schulden van de dga. Zijn er twee of meer ab-houders? Dan krijgt ieder een gelijk deel van de schulden van de verbonden persoon toegerekend. Voor zover het surplus van de verbonden persoon en de eigen schulden van de dga het bedrag van € 700.000 overtreffen, is bij de dga sprake van een fictief regulier voordeel. Deze toerekening eindigt als de verbonden persoon zelf een ab in de bv verkrijgt. De schuldensom van de dga daalt met de schuld die naar de verbonden persoon gaat. Daardoor kan de dga een negatief regulier voordeel genieten.
Wet: art. 3.91, 3.92, 3.119a, 3.120a, 4.10, 4.13, eerste lid, onderdeel f, 4.14a, 4.14b, 4.14c, 4.14d, 4.43, 4.53 en 10a.23 Wet IB 2001 en art. 25c Iw 1990
Méér weten?
Tax Talks is hét online learning platform voor fiscalisten. Wekelijks (30x per jaar) wordt een webinar of e-learning beschikbaar gesteld die u via het online platform kunt bekijken. Na het afronden van de bijbehorende kennistoets ontvangt u een certificaat en PE-punten. Bent u nog geen abonnee? > Neem dan nu een kennismakingsabonnement voor slechts € 95.
Geef een reactie