Volgens het CPB moeten beleidsmakers bij nieuwe voorstellen beter afwegen of een belasting het juiste middel is. Het stelsel wordt anders onnodig complex en daarmee lastiger uitvoerbaar.
In theorie zijn belastingmaatregelen geschikt om te corrigeren voor maatschappelijke effecten die niet in de kostprijs van een product zijn verwerkt. In de praktijk blijkt echter dat sommige belastingmaatregelen niet werken zoals bedoeld.
Frisdrankenbelasting
Het CPB noemt als voorbeeld de frisdrankenbelasting. Met deze belasting wil de overheid ongezonde consumptie van suikerhoudende dranken verminderen. Het tarief van 9 cent per liter is echter te laag om echt een verschil te maken. Maar de belasting geldt ook voor suikervrije frisdranken en mineraalwater, waardoor gezonde alternatieven niet aantrekkelijker worden. Om de heffing effectiever te maken wordt vanaf 2024 het tarief verhoogd en mineraalwater vrijgesteld.
In de publicatie beschrijft het CPB een afwegingskader dat beleidsmakers kan helpen om te bepalen of een belastinginstrument doeltreffend en doelmatig is, of dat beter andere instrumenten kunnen worden toegepast, zoals regulering. Toegepast op een viertal bestaande maatregelen (frisdrankbelasting, CO2-heffing voor de industrie, de innovatiebox en de inkomensafhankelijke combinatiekorting) laat het CPB zien dat er veel haken en ogen zitten aan het inzetten van belastingen om gedragsbeïnvloeding te stimuleren.
Bron: CPB, 28 maart 2023
Geef een reactie