Staatssecretaris Van Rij herhaalt zijn standpunt geen aanleiding te zien voor een verdragsaanpassing of maatregel voor inwoners van Nederland met een Duits pensioen voor wie het oude verdrag gunstiger uitviel.
De vaste commissie voor Financiën had om een update gevraagd. De staatssecretaris geeft aan geen nieuwe informatie met de Kamer te kunnen delen. Gelet op de complexiteit van de materie zet hij in deze brief de hoofdlijnen nogmaals uiteen.
Een hogere belastingdruk dan onder het oude Verdrag doet zich met name voor als een inwoner van Nederland een Duits pensioen van € 15.000 of minder ontvangt en daarnaast een substantieel Nederlands inkomen ontvangt.
Het pensioenartikel in het Verdrag voorkomt op adequate wijze dubbele belasting en administratieve lasten. Daarbij komt dat de belastingdruk op pensioenuitkeringen voor inwoners van Nederland die een Duits pensioen van € 15.000 of minder ontvangen niet anders is dan voor inwoners van Nederland die onder gelijke omstandigheden een gelijk bedrag aan Nederlands pensioen ontvangen. Bovendien stuiten genoemde mogelijke tegemoetkomingen, op bezwaren. Als de grens van € 15.000 uit het Verdrag zou worden verwijderd, zouden de administratieve lasten voor de hele groep inwoners van Nederland met een Duits pensioen van € 15.000 of minder toenemen. Dan zou verder opnieuw een (andere) groep belastingplichtigen met (negatieve) inkomensgevolgen te maken krijgen (ten opzichte van de huidige situatie). Een unilaterale vrijstelling in situaties waarin het heffingsrecht over Duitse Rente aan Nederland wordt toegewezen, zou leiden tot dubbele niet-heffing.
Geef een reactie