Omstandigheden, zoals onwetendheid, kunnen reden zijn om een boete voor een overtreding van de Arbeidstijdenwet sterk te matigen.
Op 29 oktober 2019 heeft een toezichthouder van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij een werkgever een controle uitgevoerd op de naleving van de Arbeidstijdenwet (ATW). De toezichthouder heeft daarbij geconstateerd dat de werkgever van 2 tot en met 29 september 2019 geen registratie van de arbeids- en rusttijden heeft gevoerd. In totaal is 20 keer geconstateerd dat de werkgever deze regel heeft overtreden. Een werknemer van de werkgever heeft 19 keer dezelfde overtreding begaan. De werkgever krijgt daarom een boete van € 20.750 opgelegd.
Boete van € 20.750 is onevenredig hoog
Maar Rechtbank Gelderland vindt deze boete onevenredig hoog. Dat het niet onmogelijk is voor de werkgever om de boete te betalen, maakt de boete nog niet evenredig. Daarvoor moet men kijken naar alle omstandigheden. De rechtbank merkt hierbij op dat de 39 overtredingen feitelijk één doorlopende overtreding vormen. Het is aannemelijk dat die overtreding alleen is gebeurd uit onwetendheid. Ook ontbreekt enige aanwijzing dat de werkgever heeft geprofiteerd van de overtreding. Ten slotte moet het hele gezin van de werkgever rondkomen van zijn inkomen. Onder deze omstandigheden vindt de rechtbank een boete van € 3.000 evenredig.
Wet: art. 4.3, eerste lid en 10:7 ATW
Geef een reactie