Minister Kaag beantwoordt Kamervragen over de ‘uitwringpraktijk’ bij de financiering van private equity-transacties.
Private equity is naast bankfinanciering een alternatieve financieringsbron voor veel bedrijven en daarom belangrijk voor het ondernemerschap in Nederland, dat baat heeft bij keuze tussen verschillende vormen van financiering. De financiering van acquisitietransacties waar private equity een rol in speelt staat erom bekend, dat zij ook voor een deel uit vreemd vermogen bestaat. Het klopt dat het rendement voor een private equity fonds hoger kan zijn als een deel van de transactie met vreemd vermogen wordt gefinancierd, maar een grote mate van vreemdvermogenfinanciering kan ook risico’s met zich meebrengen. Volgens een onderzoek uit 2017 van de Universiteit van Amsterdam komen excessen bij private equity slechts incidenteel voor.
Earningsstrippingmaatregel
Dit neemt niet weg dat het risico daarop zoveel mogelijk moet worden beperkt en dat er in de afgelopen jaren belangrijke maatregelen zijn genomen om risico’s op excessen te beperken. Onder deze maatregelen waren fiscale maatregelen om de aftrekbaarheid van rente te beperken en daarmee de voordelen van financiering met vreemd vermogen te verminderen. Er is een generieke renteaftrekbeperking ingevoerd, de earningsstrippingmaatregel. Het kabinet heeft de earningsstrippingmaatregel verder aangescherpt door het aftrekpercentage te verlagen van 30% naar 20% van de fiscale EBITDA. Verder is de huidige specifieke renteaftrekbeperking gericht tegen winstdrainage in het Belastingplan 2017, het Belastingplan 2018 en Belastingplan 2021 aangepast.
Financial assistance
Als gevolg van deze aanpassingen wordt rente in voorkomende gevallen meer in aftrek beperkt. Het verbod op financial assistance voor nv’s is neergelegd in artikel 98c lid 1 van boek 2 van het BW. Op deze bepaling is het civiele handhaafsysteem van toepassing. Een handeling in strijd met deze bepaling is ongeldig (nietig). Meer in het algemeen geldt dat bestuurders zich conform artikel 129 lid 5 van boek 2 van het BW bij de vervulling van hun taak moeten richten naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. Als sprake is van onbehoorlijk bestuur, dan geldt de mogelijke sanctie van bestuurdersaansprakelijkheid. Het verbod op financial assistance geldt niet meer voor bv’s sinds de invoering van de wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht. Deze wet is per 1 oktober 2012 in werking getreden. De regeling voor bestuurdersaansprakelijkheid geldt wel op dezelfde wijze voor bv’s die gebruik maken van de mogelijkheid om financial assistance te verlenen.
Geef een reactie