De Leidraad meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies is opnieuw vastgesteld bij een besluit van de staatssecretaris van Financiën. Deze leidraad bevat een nadere invulling van de Wet implementatie EU-richtlijn meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies.
De leidraad is op de volgende punten inhoudelijk aangepast ten opzichte van de leidraad van 24 juni 2020.
- In onderdeel 2 is verduidelijkt dat ook een aanpassing van een al bestaande constructie kan leiden tot een nieuwe meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie. Daarnaast wordt nader ingegaan op het begrip ‘deelnemer’.
- In onderdeel 3 is een aantal wijzigingen doorgevoerd. Ten eerste is verduidelijkt wanneer er sprake is van betrokkenheid als intermediair bij een meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie. Ten tweede is aandacht besteed aan het verschoningsrecht. Ten derde wordt ingegaan op de termijn waarbinnen gemeld moet worden en als laatste is aandacht besteed aan de boete.
- In onderdeel 4 is een aantal wijzigingen doorgevoerd. Zo zijn bijvoorbeeld enkele voorbeelden gegeven van een belastingvoordeel en is de toepassing van de twee toetsen van de main benefit test verduidelijkt.
- In onderdeel 6 zijn voorbeelden nummer 7 (oud) en 11 (oud) vervallen en zijn de voorbeelden met nummer 4, 8, 10, 11, 15, 21, 24, 27, 31 en 32 toegevoegd als gevolg van signalen uit de praktijk. Daarnaast is een aantal voorbeelden verduidelijkt.
- In onderdeel 7 is de verantwoordelijkheid van het MDR-team verder verduidelijkt.
- In het nieuwe onderdeel 8 wordt nader ingegaan op het meldingsportaal. Meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies kunnen namelijk alleen elektronisch gemeld worden via het meldingsportaal.
Tot slot zijn enkele redactionele wijzigingen aangebracht, waaronder vernummering van onderdelen en voorbeelden. Daarnaast is de term ‘jurisdictie’ in de leidraad vervangen door ‘rechtsgebied’. Met deze wijzigingen is geen inhoudelijke wijziging beoogd.
Deze leidraad vervangt de leidraad zoals vastgesteld in het besluit van 24 juni 2020, nr. 2020-11382 (Stcrt. 2020, 34991).
Dit besluit treedt in werking met ingang van 29 april 2023.
Bron: Besluit van 14 april 2023, nr. 2023-6233, Ministerie van Financien, Stcrt. 2023, 11790
Geef een reactie