Als een bedrijf niet wist dat de premiekorting oudere werknemer kon worden toegepast, begint de termijn pas te lopen bij het feitelijk gebruik van regeling.
Een taxibedrijf heeft op verschillende tijdstippen drie mensen in dienst genomen die daarvoor een WW-uitkering ontvingen. Na de indiensttreding is de premiekorting oudere werknemer niet toegepast. De drie werknemers gingen op enig moment uit dienst, en zijn kort daarna weer in dienst getreden, aansluitend aan een WW-uitkering. Het taxibedrijf heeft na de tweede indiensttreding wél de premiekorting toegepast. Bij een tweede bedrijf dat onder meer een uitzendbureau drijft, is een vergelijkbare situatie opgetreden. Ook daar is de premiekorting pas toegepast nadat de voormalige werknemer weer in dienst is getreden. De inspecteur weigert in beide gevallen toepassing van de premiekorting omdat de maximale kortingsperiode is verlopen. Hij gaat hierbij uit van de eerste indiensttreding na een WW-uitkering.
Premiekorting terecht geclaimd
Rechtbank Gelderland oordeelde in beide zaken dat er recht bestond op de premiekorting. De termijn begon pas te lopen op het moment dat er feitelijk gebruik werd gemaakt van de premiekorting (zie NTFR 2022/220 voor het uitzendbureau).
Geen beperking van premiekortingsperiode
Hof Arnhem-Leeuwarden bevestigt dat de bedrijven de premiekorting oudere werknemer kunnen toepassen. Zij wisten bij de eerdere indiensttreding namelijk nog niet dat de werknemers daarvoor een WW-uitkering ontvingen. Pas nadat de Belastingdienst een onderzoek had ingesteld, werd duidelijk dat zij al eerder recht hadden op premiekorting. Op dat moment kon de premiekorting niet meer worden toegepast voor die eerdere periode. De wetsbepalingen voor beperking van de premiekortingsperiode zijn hier niet van toepassing omdat er geen sprake is van misbruik of samenloop. Anders dan de inspecteur stelt, is niet van belang of de werknemer bepaalde kennis en vaardigheden moet opbouwen. Ook is niet van belang of werkgever en werknemer elkaar al kennen.
Wet: art. 47 Wfsv, art. 3.19a Reg Wfsv, art. 3.20 Reg Wfsv, art. 3.21 Reg Wfsv
Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 18 april 2023 (gepubliceerd 28 april 2023), ECLI:NL:GHARL:2023:3354, 21/01823, Hof Arnhem-Leeuwarden 18 april 2023 (gepubliceerd 28 april 2023), ECLI:NL:GHARL:2023:3355, 21/01824
Geef een reactie