Een bedrijfstakpensioenfonds verricht verzekeringshandelingen, ook al staat de hoogte van de pensioenuitkeringen niet vast.
Een bedrijfstakpensioenfonds voert een verplichte pensioenregeling voor schilder-, afwerkings- en glaszetbedrijven uit. Zij schakelt hierbij een bv in voor beleidsadvisering, pensioenbeheer en bestuursondersteuning, en pensioenadministratie. De bv brengt ruim € 1,8 miljoen btw in rekening voor deze diensten. Het pensioenfonds stelt dat zij één met btw belaste dienst verricht aan de aangesloten werkgevers, en dat de diensten van de bv hiervoor essentieel zijn. Zij wil de ruim € 1,8 miljoen volledig aftrekken. Volgens de inspecteur is er sprake van één vrijgestelde verzekeringsdienst waardoor er geen btw-aftrek mogelijk is.
Geen recht op btw-aftrek
Rechtbank Gelderland concludeert dat er één onsplitsbare dienst wordt verricht aan de aangesloten werkgevers omdat de verrichte handelingen nauw met elkaar zijn verbonden. De vergoeding voor deze dienst is de volledige ontvangen premie. Het pensioenfonds gaat er ten onrechte van uit dat alleen de premieopslag voor de uitvoering van de pensioenregeling als vergoeding geldt. Dit standpunt is in strijd met zowel de Pensioenwet als het eigen pensioenreglement. Het pensioenfonds brengt ook de volledige premie in rekening aan de werkgevers en int deze in beginsel volledig. Dat er volgens het pensioenreglement 7% van de premie is bestemd voor uitvoeringskosten, sluit niet uit dat zij vrij kan beschikken over de volledige premies.
Btw-vrijstelling van toepassing
Het standpunt van het pensioenfonds dat zij één belaste prestatie verricht, betekent dat zij juist meer btw moet betalen. De vergoeding is immers de volledige premie. Btw-aftrek is dus niet mogelijk. De rechtbank oordeelt ten overvloede nog dat de prestatie van het pensioenfonds onder de btw-vrijstelling voor verzekeringsdiensten valt. Zij verricht verzekeringshandelingen in het kader van de collectieve pensioenovereenkomst die zij uitvoert. De door haar verleende dienst heeft de hiervoor kenmerkende elementen (risico, premie, garantiedienst). Het maakt niet uit dat de hoogte van de uitkering niet vaststaat.
Richtlijn: art. 135 lid 1 onderdeel a Btw-richtlijn
Wet: art. 11 lid 1 onderdeel k Wet OB 1968 en art. 15 lid 1 aanhef en onderdeel a Wet OB 1968
Bron: Rechtbank Gelderland 25 april 2023 (gepubliceerd 2 mei 2023), ECLI:NL:RBGEL:2023:2387, 21/2320
Geef een reactie