De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft een standpunt gepubliceerd over fiscaal partnerschap bij volgtijdelijke opname in een verpleeghuis.
A en B zijn ongehuwd samenwonend en fiscale partners. Op het moment dat A wordt opgenomen in een verpleeghuis, laat B door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de inspecteur weten dat zij niet langer als fiscale partners willen worden aangemerkt (artikel 5a, zevende lid, AWR of artikel 1.2, vijfde lid, tweede volzin, Wet IB 2001). Een paar jaar later trekt ook B in hetzelfde verpleeghuis in. A en B verblijven in aparte kamers en wonen dus niet bij elkaar.
Voorwaarden fiscaal partnerschap ongehuwden
De vraag is of A en B de opname van B in hetzelfde verpleeghuis weer fiscale partners worden. Eén van de voorwaarden voor fiscaal partnerschap voor ongehuwd samenwonenden is inschrijving op hetzelfde woonadres in de BRP (inschrijvingseis). Dat geldt zowel voor ongehuwd samenwonenden met een notarieel samenlevingscontract (artikel 5a, eerste lid, onderdeel b, AWR) als voor ongehuwd samenwonenden die onder de aanvullende regeling voor fiscaal partnerschap in de inkomstenbelasting vallen (artikel 1.2, eerste lid, Wet IB 2001). Bij opname van één van de partners in een verpleeghuis of verzorgingshuis vanwege medische redenen of ouderdom waardoor inschrijving op hetzelfde woonadres niet langer mogelijk is, blijft het partnerschap onder voorwaarden bestaan (artikel 5a, zevende lid, AWR of artikel 1.2, vijfde lid, tweede volzin, Wet IB 2001). In deze situatie is het partnerschap op grond van deze regeling echter al beëindigd voordat B wordt opgenomen in hetzelfde verpleeghuis.
Als B dan op een later moment in hetzelfde verpleeghuis als A gaat wonen, zal aan de hand van artikel 5a AWR en artikel 1.2 Wet IB 2001 opnieuw moeten worden beoordeeld of sprake is van fiscaal partnerschap. Hierbij vraagt de beoordeling van de inschrijvingseis bijzondere aandacht. Dat A en B in hetzelfde verpleeghuis wonen, betekent niet dat zij ook op hetzelfde woonadres in de BRP staan ingeschreven. Al is het maar omdat artikel 2.40, eerste lid juncto derde lid, onderdeel a, BRP juncto artikel 17 van de Regeling basisadministratie personen de mogelijkheid biedt tot inschrijving op een briefadres in de BRP bij verblijf in een verpleeghuis.
Geef een reactie