Staatssecretaris Van Rij heeft een nota van wijziging bij het wetsvoorstel tot Wijziging van de Wet milieubeheer ingediend vanwege de inwerkingtreding van de verordening tot vaststelling van een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens (Carbon Border Adjustment Mechanism, CBAM).
Het wetsvoorstel voorziet in de bepalingen die nodig zijn om uitvoering te kunnen geven aan de bepalingen die zien op de overgangsfase van de CBAM, van 1 oktober 2023 tot en met 31 december 2025. De definitieve verordening is op 10 mei 2023 ondertekend door de Raad en het Europees Parlement.
Naar verwachting wordt vóór 1 oktober 2023 de uitvoeringshandeling gepubliceerd die ziet op de monitoring en rapportage in de overgangsperiode. De andere uitvoeringshandelingen die op de periode na 2025 zien, zullen na inwerkingtreding van de in het wetsvoorstel opgenomen maatregelen worden vastgesteld. Vóór 2026 wordt nog een separaat wetsvoorstel voorgelegd om te voorzien in de nationale wettelijke bepalingen die daarbij nodig zijn.
De in een lidstaat gevestigde importeurs van goederen van buiten de EU, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen of Zwitserland die onder de reikwijdte van de CBAM vallen, moeten zich door de nationale CBAM-autoriteit laten registreren in het CBAM-register van de EC en een aanvraag voor de status van toegelaten aangever indienen. De lidstaat verkoopt CBAM-certificaten op een gemeenschappelijk centraal platform aan toegelaten CBAM-aangevers die in die lidstaat zijn gevestigd.
Overgangsperiode
In de aanloop naar de volledige werking van de verordening in 2026 zal vanaf 1 oktober 2023 een overgangsperiode gaan gelden. Importeurs van CBAM-goederen hebben in de overgangsperiode alleen een rapportageverplichting. Dit zal voor het eerst op uiterlijk 31 januari 2024 over het laatste kwartaal van 2023 moeten plaatsvinden en voor het laatst op uiterlijk 31 januari 2026 over het laatste kwartaal van 2025. Na de overgangsperiode, waarin alleen rapportage plaatsvindt, is de daadwerkelijke CBAM gebaseerd op een aangiftesysteem. In het wetsvoorstel wordt de NEa aangewezen als de bevoegde autoriteit en is de NEa daarmee verantwoordelijk voor de uitvoering van dit onderdeel van de verordening. Op het moment van indiening van deze nota van wijziging is echter niet duidelijk of de NEa het aangewezen orgaan is om deze taak uit te voeren. Na de overgangsperiode zal de bevoegde autoriteit van de lidstaat, in samenwerking met de EC, ook de verplichting voor de CBAM-aangever om een jaarlijkse CBAM-aangifte te doen handhaven. Voor dit deel van de verordening wordt op een later moment een separaat wetsvoorstel ingediend om onder andere de boeteclausule in de wet te verankeren.
Bron: Nota van wijziging wetsvoorstel CBAM, Ministerie van Financiën 23 mei 2023
Geef een reactie