Een in 2013 aangekochte Duitse woning is gefinancierd met leningen die 35 jaar lopen, en er is ook niet voldaan aan de aflossingseis.
Een man woont in de jaren 2016 tot en met 2019 in Duitsland. Hij is in dienst van Nederlandse werkgevers. De man heeft zijn Duitse eigen woning op 1 augustus 2013 gekocht, en gefinancierd met twee leningen bij een Duitse bank: een lening van € 50.000 en een lening van € 100.000. Hij heeft in zijn IB-aangifte over 2013 een eigenwoningschuld per 31 december 2013 van € 150.000 opgegeven. De man claimt in de aangiften voor 2016 tot en met 2019 steeds een eigenwoningaftrek. Voor 2016 tot en met 2018 zijn de aangiften geautomatiseerd verwerkt en gevolgd. De inspecteur concludeert bij de afhandeling van de aangifte over 2019 dat er ten onrechte een eigenwoningaftrek is toegepast voor 2016 tot en met 2019.
Leningen voldoen niet aan de wettelijke eisen
Rechtbank Zeeland-West-Brabant bevestigt de opgelegde (navorderings)aanslagen omdat de leningen niet voldoen aan de sinds 2013 geldende eisen. Beide leningen lopen langer dan 360 maanden, te weten 35 jaar, en er is ook niet voldaan aan de eis van annuïtaire aflossing. Op de lening van € 100.000 is zelfs helemaal niet afgelost. De blote stelling van de man dat de looptijd van de eerste lening nog zal worden beperkt, is onvoldoende om te oordelen dat er alsnog aan alle eisen is voldaan. Er is in dit geval sprake van een nieuw feit zodat er navorderingsaanslagen konden worden opgelegd. Het was mogelijk dat de man een eigenwoningschuld van vóór 2013 had waarop de nieuwe regels nog niet van toepassing waren. De inspecteur kwam er pas bij het onderzoeken van de aangifte over 2019 achter dat de leningen onder de nieuwe regels vielen. Er is geen sprake van gewekt vertrouwen omdat de man niet kon aannemen dat de inspecteur een weloverwogen standpunt had ingenomen.
Wet: art. 3:119a Wet IB 2001, art. 3.119c Wet IB 2001, art. 16 AWR en art. 7:3 Awb
Geef een reactie