De staatssecretaris van Financiën heeft een gewijzigd Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst gepubliceerd.
De wijzigingen worden aangebracht naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 24 september 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1351). In § 24 en § 28 wordt vastgelegd wanneer een boete achterwege blijft en § 24a vervalt.
Uit dit arrest volgt dat een verklaring die de belanghebbende ter nakoming van een wettelijke mededelingsplicht en onder bedreiging van een boete heeft verstrekt, moet worden beschouwd als wilsafhankelijk materiaal en daarom niet mag worden gebruikt als grondslag voor een boete. In § 24, zesde lid, BBBB is vastgelegd dat de boete niet wordt gebaseerd op de hiervoor bedoelde verklaring. Als gevolg daarvan zal een suppletie of correctiebericht in veel gevallen dus niet meer tot een betalingsverzuimboete als bedoeld in artikel 67c AWR kunnen leiden.
Voor de meeste aangiftebelastingen geldt een dergelijke mededelingsplicht. Alleen voor de aangiftebelastingen waarvoor een dergelijke mededelingsplicht ontbreekt, kan na een vrijwillige verbetering van de aangifte nog een boete worden opgelegd. Uit het oogpunt van eenvoud en uniformiteit is besloten ook in deze gevallen geen betalingsverzuimboete als bedoeld in artikel 67c AWR meer op te leggen. Deze regeling komt in de plaats van § 24a BBBB dat daarom wordt geschrapt.
Het besluit treedt in werking met ingang van 2 juni 2023.
Bron: Besluit van 17 mei 2023, nr. 2023-110608, Ministerie van Financien, Stcrt. 2023, 15037
Geef een reactie