Staatssecretaris Van Rij geeft antwoord op vragen over de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda. De vaste commissie voor Financiën in de Tweede Kamer heeft deze vragen gesteld.
In deze antwoorden komen onder meer de volgende onderwerpen aan de orde.
De planning van de Belastingdienst om voor de meeste ketens het overgrote deel van het achterstallig onderhoud in 2026 opgelost te hebben is nog steeds actueel. Vertraging kan optreden doordat nieuwe opdrachten prioriteit krijgen of de realisatie van de ingeplande projecten vertraagt. In de brief wordt daarbij ingegaan op hoe deze risico’s beheerst worden.
Wet Rechtsherstel box 3
De Belastingdienst houdt rekening met mogelijk nadelige uitspraken door de Hoge Raad inzake de toepassing van de Wet rechtsherstel box 3. Tijdens het Commissiedebat van 9 mei jl. over de toekomst van box 3 heeft Van Rij toegezegd de Kamer, na afstemming met het kabinet, een brief te sturen over de vervolgstappen in het kader van het toekomstige stelsel van box 3. De staatssecretaris hoopt in de zomer te kunnen starten met een internetconsultatie.
Pijler 1
Er wordt binnen het Inclusive Framework van de OESO aan de technische uitwerking van Pijler 1 gewerkt. Pijler 1 bestaat uit een herverdeling van een deel van de winsten van de grootste en meest winstgevende multinationals (Bedrag A), en een vereenvoudiging van de regels voor winstverdeling voor bepaalde marketing- en verkoopactiviteiten (Bedrag B). De afronding van het multilateraal verdrag waarmee Bedrag A wordt ingevoerd, staat gepland voor midden juli 2023. De verwachting is dat er dan op technisch niveau overeenstemming is bereikt over de verdragstekst. Voordat Bedrag A vervolgens inwerking zal treden, moet een minimum aantal landen het multilateraal verdrag ondertekend en geratificeerd hebben. Het is aan de landen of (en zo ja wanneer) zij dat daadwerkelijk zullen doen. Ondanks dat de G20 en het grootste deel van het Inclusive Framework (138 van de 142 landen) zich aan pijler 1 gecommitteerd heeft blijft het lastig inschatten welke landen daadwerkelijk gaan tekenen en ratificeren. Na de Inclusive Framework-vergadering van 10 tot en met 12 juli in Parijs informeert Van Rij de Kamer.
Belastingconstructies en negatief geëvalueerde fiscale regelingen
De taakstellende opdracht voor belastingconstructies en negatief geëvalueerde fiscale regelingen kent een oplopende reeks. In de Voorjaarsnota 2023 is de eerste invulling van de aanpak van belastingconstructies en negatief geëvalueerde fiscale regelingen gepresenteerd. Bij Belastingplan 2024 volgt de volledige invulling van de taakopdracht voor 2024. Uiterlijk volgend jaar volgt de besluitvorming over de volledige invulling van de taakopdracht voor 2025 en verder.
Het uitgangspunt van het kabinet is om de taakstelling te vullen met de aanpak van opmerkelijke belastingconstructies en negatief geëvalueerde fiscale regelingen. Als de taakstelling hiermee niet volledig ingevuld kan worden, wordt de resterende dekkingsopgave ingevuld door een verhoging van het tarief in de eerste schijf van de inkomstenbelasting. De in de Voorjaarsnota 2023 voorgenomen maatregelen in het kader van de taakopdracht opmerkelijke belastingconstructies en negatief geëvalueerde fiscale regelingen worden uitgewerkt in het Belastingplanpakket 2024 respectievelijk het Belastingplanpakket 2025.
Geef een reactie