Anders dan de rechtbank is hof Amsterdam van oordeel dat artikel 20a Wet Vpb 1969 ook de verrekening van latent aanwezige verliezen ten tijde van aandeelhouderswijziging beperkt.
Een bv bezit vanaf 2012 13 verhuurde kantoorpanden en een bedrijfshal. Op 23 december 2015 zijn de aandelen in de bv overgegaan op andere aandeelhouders. Hierbij is voor de vastgoedportefeuille van de bv een transactieprijs van € 72,5 miljoen overeengekomen. Ten tijde van de overdracht van de aandelen is de fiscale boekwaarde van het vastgoed € 89,8 miljoen. Drie kantoorpanden zijn op 29 december 2017 verkocht aan afzonderlijke dochtermaatschappijen, die vanaf 2018 met de bv zijn opgenomen in een fiscale eenheid vennootschapsbelasting. Bij de overdracht van de drie kantoorpanden is een boekverlies gerealiseerd. Bij de aanslagregeling vennootschapsbelasting 2017 gaat de inspecteur niet akkoord met de aftrek van het gerealiseerde verlies. De rechtbank heeft geoordeeld dat het geleden verlies bij verkoop van de bedrijfspanden aftrekbaar is, zie ‘Belangenwijziging beperkt niet compensatie latent verlies’.
Het geschil
Bij hof Amsterdam is in geschil of artikel 20a Wet Vpb 1969 de verliesverrekening ook beperkt voor latent aanwezige verliezen op de datum dat de aandelen in het lichaam zijn overgedragen.
Grammaticale interpretatie
Het hof onderzoekt of een grammaticale interpretatie van artikel 20a Wet Vpb 1969 het antwoord geeft of die bepaling ook geldt voor latent aanwezige verliezen. Het hof ziet, ander dan de rechtbank, niet in dat de term ‘geleden verlies’ alleen zou slaan op een gerealiseerd verlies. Een louter grammaticale interpretatie leidt echter nog niet tot een eenduidige conclusie ten aanzien van de vraag welke verliezen in verrekening worden beperkt.
Wetshistorische interpretatie
Uit de wetsgeschiedenis van artikel 20a Wet Vpb 1969 leidt het hof af dat doel en strekking ongewijzigd zijn gebleven van het doel en strekking van het oude artikel 20 lid 5 Wet Vpb 1969. Dat betekent dat het voor toepassing van artikel 20 lid 5 Wet Vpb 1969 gewezen arrest, Hoge Raad 9 april 2004 (ECLI:NL:HR:2004:AO7333) nog steeds geldt. Hierin heeft de Hoge Raad geoordeeld dat latent aanwezige verliezen na een wijziging van aandeelhouders in een lichaam ook niet meer verrekenbaar zijn. Het hof bevestigt de zienswijze van de inspecteur en bepaalt dat het verlies niet verrekenbaar is.
Bron: gerechtshof Amsterdam 23 mei 2023 (gepubliceerd 21 juni 2023), ECLI:NL:GHAMS:2023:1382, 22/00429
Geef een reactie