Een voorvoegingsverlies is verrekenbaar na een juridische fusie binnen de FE, maar er moet wel rekening worden gehouden met een afschrijving op de goodwill in de verdwijnende dochter. Hierdoor is minder winst beschikbaar voor de verrekening.
De moedermaatschappij van een fiscale eenheid (FE) voor de Vpb lijdt in 2010 een verlies van ruim € 2 mln. Eind 2013 wordt een winstgevende dochter (A) alsnog in de FE opgenomen. Op 3 februari 2014 richt de moedermaatschappij een nieuwe dochter (B) op die direct in de FE wordt opgenomen. Door een juridische fusie gaat A per 23 maart 2015 als verdwijnende vennootschap op in de nieuwe dochtermaatschappij. In 2015 en 2016 behaalt deze dochter omvangrijke winsten met de onderneming van A. De moedermaatschappij verrekent deze winsten met het voorvoegingsverlies uit 2010, maar de inspecteur staat deze verrekening niet toe.
Beperkte verrekening mogelijk
Hof Arnhem-Leeuwarden achtte verrekening mogelijk, maar er moest voor de aan B toe te rekenen winst wel rekening worden gehouden met een afschrijving op de goodwill in A naar de waarde in het economische verkeer. Er was daardoor minder winst beschikbaar om het voorvoegingsverlies mee te verrekenen. Het hof achtte geen sprake van fraus legis (zie NTFR 2022/3222).
Letterlijke wettekst beslissend
A-G Wattel bevestigt de uitspraak van het hof. Aangezien A geen voorvoegingsverliezen had, kan er alleen verliesverrekening plaatsvinden met de aan B toe te rekenen winst. Die winst is volledig afkomstig van de onderneming die A eerder dreef, en moet worden bepaald op basis van afschrijving van de van A overgenomen goodwill. Volgens de A-G moet er, anders dan de Staatssecretaris betoogt, worden uitgegaan van de letterlijke tekst van de betreffende wetsbepalingen, tenzij dit tot onlogische resultaten leidt. Ook Wattel concludeert dat hier geen sprake is van fraus legis omdat een afschrijvingscorrectie niet in strijd is met doel en strekking van de wettelijke bepalingen.
Wet: art. 15ae en 15ah Wet Vpb 1969
Besluit: art. 5 lid 4 en 18 Besluit FE 2003
Bron: Parket bij de Hoge Raad 9 juni 2023 (gepubliceerd 23 juni 2023), ECLI:NL:PHR:2023:573, 22/03529
Geef een reactie