Staatssecretaris Van Rij licht toe wanneer en op welke wijze het onderdeel rechtsbescherming bij geschillen die betrekking hebben op uitstel van betaling of kwijtschelding van belastingschulden van de Wet Stroomlijnen in werking treedt.
De huidige regelgeving voorziet bij uitstel van betaling en kwijtschelding niet in een rechtsgang die toegang geeft tot een rechter. Hierdoor kan de burger slechts beroep instellen bij de civiele rechter als restrechter. Tot op heden is het nog niet mogelijk geweest om de Wet Stroomlijnen als totaalpakket in werking te laten treden. Derhalve is ook de gewenste wijziging van de rechtsbescherming bij uitstel van betaling en kwijtschelding nog niet gerealiseerd. Van Rij onderkent het belang van deze fiscale rechtsgang. Er is daarom onderzoek gedaan naar de inwerkingtreding van dit onderdeel van de Wet Stroomlijnen voor belastingschulden. Uit deze uitvoeringstoets blijkt dat invoering mogelijk is, onder het voorbehoud dat er tijdig personeel is geworven en opgeleid.
Aanzienlijke toename werk rechtspraak verwacht
De Raad voor de rechtspraak verwacht als gevolg van de inwerkingtreding van dit onderdeel van de Wet Stroomlijnen voor belastingschulden een aanzienlijke toename van de hoeveelheid werk. Door deze verwachte toename van het aantal zaken voorziet de Raad voor Rechtsbijstand dat er als gevolg van deze wetswijziging meer toevoegingsaanvragen zullen worden gedaan.
Het onderhavige onderdeel van de Wet Stroomlijnen zal daarom gefaseerd worden ingevoerd. Dit betekent dat de wijziging eerst voor rijksbelastingen in werking zal treden en in een latere – nog nader te bepalen – fase voor de lokale heffingen. Op deze manier is de werklast voor de Rechtspraak beheersbaar. Ten aanzien van de verbetering en modernisering van de rechtsbescherming voor de Belastingdienst zal Van Rij op korte termijn een ontwerp-Koninklijk Besluit aan de Koning aanbieden met inwerkingtredingsdatum 1 januari 2027. Om de wetswijziging eerst voor rijksbelastingen in werking te laten treden en in een latere fase door te voeren voor lokale heffingen zijn wijzigingen noodzakelijk.
De rechtsbescherming in de praktijk
Na de inwerkingtreding van het betreffende onderdeel uit de Wet Stroomlijnen wordt de rechtsbescherming bij de invordering van belastingschulden verbeterd en gemoderniseerd. Een beslissing ten aanzien van uitstel van betaling of kwijtschelding van belastingschulden wordt voor bezwaar vatbaar. Dit betekent dat belanghebbenden die zich niet kunnen verenigen met het besluit van de ontvanger een bezwaar kunnen indienen. Hiermee kunnen belanghebbenden de ontvanger verzoeken om het eerdere besluit te herzien. Wanneer belanghebbenden zich ook niet kunnen verenigen met de uitspraak op het bezwaarschrift kunnen ze zich wenden tot de fiscale rechter. Met deze wijzigingen wordt de fiscale rechter bevoegd om geschillen over uitstel en kwijtschelding van belastingschulden te beslechten. Bij het instellen van beroep bij de fiscale rechter zal in dit kader griffierecht verschuldigd zijn. Procesvertegenwoordiging is echter niet verplicht, belanghebbenden kunnen dus zelfstandig beroep instellen. Hiermee wordt het voor belanghebbenden eenvoudiger om zich te wenden tot een rechter.
Stand van zaken heroverweging Wet Stroomlijnen
Conform de toezegging in de kabinetsreactie op het rapport van de POK wordt onderzocht welke onderdelen van de Wet Stroomlijnen, al dan niet in aangepaste vorm, nog steeds wenselijk zijn voor de burger. Het onderzoek naar de mogelijkheid van een gebundelde betalingsregeling maakt hier onderdeel van uit. De verwachting is dat de uitkomsten van de heroverweging van de Wet Stroomlijnen binnen drie maanden na de afronding van de uitwerking van de invorderingsstrategieën en het onderzoek naar de gebundelde betalingsregeling aan de Kamer worden toegestuurd.
Geef een reactie