Ook al ziet een navorderingsaanslag niet op de inkomsten uit eigen woning, toch betekent zo’n aanslag dat fiscale partners hun verdeling van die inkomsten mogen herzien.
Twee echtgenoten hebben samen een eigen woning. Bovendien drijft de vrouw samen met haar zus een onderneming. Het betreft een maatschap die onder andere groente-, wortel- en knolgewassen teelt. De vrouw geeft in haar aangiftes inkomstenbelasting over 2014 en 2015 haar aandeel in de maatschap niet op. Haar echtgenoot krijgt het negatieve saldo aan inkomen uit eigen woning toebedeeld. Naderhand laat de vrouw de Belastingdienst weten per abuis haar winstaandeel in twee aangiftes niet te hebben opgegeven. Ook vraagt zij samen met haar echtgenoot om een andere verdeling van het negatieve inkomen uit eigen woning. Bij het opleggen van de navorderingsaanslagen wijst de inspecteur echter het verzoek om een andere verdeling af. Hij stelt dat voor wat betreft de verdeling van de eigen woning de aanslagen onherroepelijk vaststaan. De vrouw begint daarop een beroepsprocedure.
Navorderingsaanslag mag op ander inkomen zien
Hof Den Haag haalt uit de wettekst dat fiscale partners hun gekozen verdeling van gemeenschappelijke inkomsten mogen wijzigen zolang de navorderingsaanslag nog niet onherroepelijk vaststaat. Daarbij maakt het volgens het hof niet uit of de navorderingsaanslag betrekking heeft op gemeenschappelijke inkomsten of niet. In dit geval is de navorderingsaanslag opgelegd in verband met de verhoging van de winst uit onderneming. Maar deze omstandigheid sluit dus niet uit dat de echtgenoten de verdeling van het inkomen uit eigen woning wijzigen.
Wet: art. 16, derde lid AWR en art. 2.17, vierde lid Wet IB 2001
Geef een reactie