Een drietal maatregelen tegen de ncnp-problematiek bij de BPM en WOZ maakt deel uit van het Belastingplan 2024. Een belanghebbende uitsluiten van proceskostenvergoeding vanwege een professioneel gemachtigde die werkt met een ncnp-honorarium lijkt op dit moment een disproportionele oplossing. Dit schrijft staatssecretaris Van Rij in antwoord op Kamervragen.
In een brief van 23 maart 2023 presenteerde Van Rij een plan van aanpak van de no-cure-no-pay-problematiek in bezwaar- en beroepsprocedures.
Maatregelen
1. Standaard uitbetalen van de vergoedingen voor de WOZ en de BPM aan de belanghebbende.
2. Een apart regime voor het recht op een proceskostenvergoeding voor de WOZ en de BPM.
3. Geen toekenning van proceskostenvergoeding ingeval de WOZ-waarde of de BPM-waarde slechts licht wordt bijgesteld.
4. Verplicht informeel traject voor de WOZ.
5. Intensiveren van de handhavingsstrategie bij de zogenoemde parallelimport van motorrijtuigen.
6. Niet langer uitkeren van de vergoeding van immateriële schade bij de WOZ en BPM.
Maatregel 1 en maatregel 2 uit het plan van aanpak worden uitgewerkt in een wetsvoorstel dat meeloopt in het pakket Belastingplan 2024. Dit betekent dat de beoogde inwerkingtreding hiervan 1 januari 2024 is. Maatregel 6 maakt in aangepaste vorm onderdeel uit van dit wetsvoorstel. Maatregel 3 en maatregel 4 worden op dit moment verkend, waardoor nog onzeker is of deze daadwerkelijk zullen worden ingevoerd, en als dat zo is, wat de datum van inwerkingtreding hiervan wordt.
Het doel van de voorgestelde maatregelen is om de financiële prikkel weg te nemen om namens een belanghebbende een bezwaar- of beroepsprocedure te starten met de overwegende reden om een proceskostenvergoeding of een vergoeding van IMS wegens overschrijding van de redelijke termijn te verkrijgen. Het is niet het doel van dit voorstel om te voorkomen dat de vergoedingen uiteindelijk terechtkomen bij een professioneel gemachtigde, waaronder een ncnp-bedrijf. Het is namelijk logisch dat een professioneel gemachtigde een rekening stuurt voor de diensten die de gemachtigde in naam van belanghebbende heeft verricht.
Op zichzelf is er geen bezwaar tegen bijstand op ncnp-basis. Dit kan namelijk eraan bijdragen dat bedrijven laagdrempelige rechtshulp bieden. Een belanghebbende uitsluiten van proceskostenvergoeding (en mogelijk IMS) op basis van het gegeven dat een professioneel gemachtigde werkt met een ncnp-honorarium lijkt op dit moment een disproportionele oplossing.
Geef een reactie