Minister Bruins Slot beantwoordt Kamervragen over een uitspraak van hof ’s-Hertogenbosch over een forse verhoging van de forensenbelasting in 2020.
De betreffende belastingheffing is een autonome bevoegdheid van de gemeente en gegeven de rol van de onafhankelijke rechter, is het niet aan de minister om een oordeel te geven over de aanslag en/of de rechtelijke uitspraak daarover.
In de uitspraak van het hof (ECLI:NL:GHSHE:2023:247) wordt gesteld dat de gemeente haar (ruime) bevoegdheid om forensenbelasting te heffen niet heeft gebruikt voor een ander doel dan waarvoor die gegeven is. Verder is volgens het Hof evenmin sprake van strijd met andere algemene rechtsbeginselen.
Gemeentelijke belastingen worden geheven naar in de belastingverordening te bepalen heffingsmaatstaven, met dien verstande dat het bedrag van een gemeentelijke belasting niet afhankelijk mag worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen. Volgens de minister is er geen noodzaak tot het doen van een inventarisatie. Naast de inspraakmogelijkheid van burgers bij de totstandkoming van de belastingverordening heeft de onafhankelijke rechter in een zaak tegen een belastingaanslag door middel van exceptieve toetsing, de mogelijkheid ook de belastingverordening zelf te toetsen aan de wettelijke eisen en de algemene rechtsbeginselen. Dit zijn volgens de minister voldoende democratische en rechtstatelijke waarborgen.
Geef een reactie