Eiseres verzorgde de opvang van de kinderen van haar dochter (de dochter). Voor haar werkzaamheden ontving eiseres (via een gastouderbureau) een vergoeding bestaande uit (een deel van) de door de dochter ontvangen kinderopvangtoeslag. In 2015 heeft de RvS geoordeeld dat de dochter geen aanspraak had op kinderopvangtoeslag, omdat de dochter begin 2015 het laatste deel van de nog niet betaalde ko…
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:11475&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie