Advocaat-Generaal Ettema is van mening dat besnijdenissen die om religieus-culturele en hygiënische gronden plaatsvinden btw belaste handelingen zijn.
De belanghebbende in deze zaak exploiteert een kliniek die is gespecialiseerd in het uitvoeren van besnijdenissen. In cassatie is in geschil de vraag of de belanghebbende in aanmerking komt voor een vrijstelling omzetbelasting. Rechtbank en hof menen van niet.
Feitelijk doel behandeling relevant voor btw-vrijstelling
De belanghebbende vindt dat het hof doorslaggevend belang had moeten hechten aan de beoordeling door de behandelend arts. Die heeft bij alle diensten het therapeutische doel vastgesteld. Besnijdenis heeft volgens de belanghebbende altijd een preventief karakter. De A-G meent dat voorafgaand aan de vraag of een medische verrichting een therapeutisch doel dient, de vraag moet worden beantwoord wat feitelijk het doel is van de behandeling. Die vraag moet worden beantwoord aan de hand van de context waarin de medische handeling wordt verricht. Het hof heeft aannemelijk geacht dat het doel van de voorliggende behandelingen niet de bescherming van de gezondheid is, maar religieus-cultureel. Dat is een feitelijk oordeel. Het algemene preventieve karakter van de ingreep geeft niet de doorslag. Het doel van de ingreep verandert ook niet doordat tijdens de ingreep een bepaalde ziekte of aandoening wordt ontdekt.
De A-G adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep ongegrond te verklaren.
Wet: art. 11 lid 1 onderdeel g onder 1o Wet OB 1968
Bron: Parket bij de Hoge Raad 21 juli 2023 (gepubliceerd 1 september 2023), ECLI:NL:PHR:2023:692, 22/02061
Geef een reactie