Rechtbank Noord-Nederland is het niet eens met de dochter dat het legaat dat haar moeder kreeg bij het overlijden van haar vader € 35.102 moet zijn in plaats van € 100.000.
Een vrouw is erfgename van haar vader die in 2017 is overleden en van haar moeder die in 2020 is overleden. In het testament van vader is een (opvul)legaat opgenomen voor de moeder. In de aangifte erfbelasting van de vader wordt een legaat van € 100.000 toegekend aan de moeder. Na het overlijden van de moeder verzoekt de notaris namens de erfgenamen om ambtshalve vermindering van de aanslagen erfbelasting inzake de nalatenschap van vader. In de bij het verzoek ingediende herziene aangifte erfbelasting is aan de moeder een legaat toegekend van € 35.102. Bij de aangifte erfbelasting inzake de nalatenschap van moeder is uitgegaan van de waarde van het legaat van € 35.102. De Belastingdienst accepteert deze waarde niet.
Het geschil bij de rechtbank
Bij rechtbank Noord-Nederland is de waarde van het aan moeder toegekende legaat in geschil. De dochter stelt dat het legaat van € 100.000 ten onrechte in de aangifte erfbelasting van haar vader is opgenomen. De bedoeling is geweest om eerst een voorlopig bedrag in de aangifte op te nemen en later het legaat exact te berekenen. Dat is echter niet meer gebeurd. De inspecteur vindt dat het legaat op € 100.000 moet blijven staan. Er is volgens de inspecteur geen bewijs dat de moeder een legaat van € 35.102 zou hebben aanvaard.
Herziene aangifte erfbelasting geldt niet als bewijs
De rechtbank is het eens met de inspecteur. Op de dochter rust de bewijslast dat het legaat niet € 100.000 zou moeten zijn. Maar het enige bewijs dat er is, is een door de moeder ondertekende aangifte erfbelasting van vader. Deze aangifte is door de moeder in haar hoedanigheid van executeur ingediend en hierin staat een legaat van € 100.000. De verwijzing naar de later herziene aangifte erfbelasting kan de dochter niet baten. Deze aangifte is opgesteld en ingediend na het overlijden van de moeder. Deze aangifte kan daarom niet bijdragen aan het vereiste bewijs.
Wet: art. 1 SW
Geef een reactie