Gaat een agrarisch ondernemer landbouwgrond onder de step-aside-regeling gebruiken als bosbouw? Dan valt een waardestijging van de grond die zich daarna voordoet, niet onder de landbouwvrijstelling.
Met toepassing van de zogeheten set-aside-regeling (SAR) kan een agrarisch ondernemer landbouwgrond tegen vergoeding uit de productie nemen en beplanten met snelgroeiend bos. Deze situatie heeft zich ook voorgedaan in een zaak voor Hof Arnhem-Leeuwarden (zie NTFR 2022/1254). De desbetreffende ondernemer is in 1991 met toepassing van de SAR zijn landbouwgrond gaan gebruiken voor bosbouw. In 2014 heeft hij de grond verkocht. Volgens zowel de Belastingdienst als het hof valt het verkoopresultaat op deze grond niet onder de landbouwvrijstelling. Meer agrarische ondernemers hebben met dit probleem te maken gekregen, zodat Kamervragen zijn gesteld. Zo is gevraagd of het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) destijds aan de participerende boeren heeft toegezegd dat hun de percelen de bestemming landbouwgrond zouden houden. Het ministerie stelt in ieder geval geen uitlatingen te hebben gedaan over de toepassing van de landbouwvrijstelling.
Planologisch nog steeds agrarische bestemming
De minister van LNV merkt vervolgens op dat de Belastingdienst niet ontkent dat de gronden nog steeds planologisch een agrarische bestemming hebben. De inspecteur heeft slechts conform de fiscale wet beoordeeld of deze grond is aangewend binnen een landbouwbedrijf. Onder de huidige wet- en regelgeving is een landbouwbedrijf een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten van akkerbouw, weidebouw, tuinbouw of veeteelt. Het aanleggen van bos vanwege houtproductie valt daar niet onder. Overigens valt de waardestijging voor zover deze ziet op de periode vóór de SAR wel onder de landbouwvrijstelling.
Bron: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 5 september 2023, DGNV-SK / 33549726
Geef een reactie