De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft een standpunt gepubliceerd over de vraag of fiscaal partnerschap in stand kan blijven als één van de partners gaat wonen in een woonvorm voor lichamelijk gehandicapten.
De vraag is of de woonvorm voor lichamelijk gehandicapten kan worden aangemerkt als een verpleeghuis of verzorgingshuis in de zin van artikel 5a, zevende lid, AWR of artikel 1.2, vijfde lid, Wet IB 2001.
Als een partner van een belastingplichtige meer (medische) zorg nodig heeft dan thuis kan worden geboden en de woonvorm is een professionele instelling die deze noodzakelijke (medische) zorg kan bieden wordt voldaan aan de voorwaarde van artikel 5a, zevende lid, AWR of artikel 1.2, vijfde lid, Wet IB 2001.
Geef een reactie