De Kennisgroep loonheffing algemeen heeft een standpunt ingenomen over de toepassing van artikel 39f, tweede lid, van de Wet LB 1964.
Per 1 januari 2014 is de stamrechtvrijstelling vervallen. Voor stamrechten die uiterlijk 31 december 2013 zijn toegekend, blijft via het overgangsrecht van artikel 39f van de Wet LB1964 het oude regime van toepassing. Het tweede lid van dit artikel biedt de mogelijkheid de waarde van de aanspraak geheel of gedeeltelijk op een eerder tijdstip uit te keren zonder dat dit tot gevolg heeft dat de aanspraak ineens in zijn geheel wordt belast.
De vraag is hoe artikel 39f, tweede lid, Wet LB 1964 moet worden toegepast.
Bij een gedeeltelijke uitkering van de aanspraak is het feitelijk uitgekeerde bedrag belast loon. De omkeerregel is van toepassing op de resterende aanspraak zolang aan de voorwaarden van het overgangsrecht wordt voldaan. Als dit niet meer het geval is, wordt de resterende aanspraak op het daaraan voorafgaande tijdstip aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking. De waarde van deze resterende aanspraak moet dan worden gesteld op de bedragen die bij een derde worden gestort of, voor zover geen stortingen worden verricht, zouden moeten worden gestort teneinde de aanspraak te dekken.
Geef een reactie