Staatssecretaris Van Rij geeft antwoord op vragen, gesteld tijdens het schriftelijke overleg, over de Contourenbrief vastgoedaandelentransacties.
Het wetsvoorstel Belastingplan 2024 bevat een voorstel om samenloopvrijstelling in de ovb-wetgeving in die zin te wijzigen dat in ieder geval heffing van ovb (4%) plaatsvindt bij de verkrijging van nieuwe onroerende zaken of rechten waaraan deze zijn onderworpen via een (kwalificerend) aandelenbelang als de achterliggende nieuwe onroerende zaken op dat moment voor minder dan 90% worden gebruikt voor btw-belaste prestaties of zich dat binnen twee jaren na het moment van verkrijging voordoet. Dit wordt bereikt door de toepassing van de samenloopvrijstelling in die gevallen uit te sluiten. In de definitieve tekst van het wetsvoorstel zoals opgenomen in het Belastingplan 2024 wordt aangegeven dat het overgangsrecht van toepassing kan zijn op vastgoedaandelentransacties die de betrokken partijen vóór 19 september 2023 (Prinsjesdag) om 15:15u schriftelijk zijn overeengekomen, bijvoorbeeld door middel van een vóór dat moment gesloten zogenoemde intentieovereenkomst. De beoogde verkrijger dient die (intentie)overeenkomst vervolgens binnen drie maanden na 1 januari 2024 bij de inspecteur van de Belastingdienst te melden.
Toepassing overgangsrecht
De beoordeling van de toepasselijkheid van overgangsrecht moet plaatsvinden voorafgaand aan de aandelenoverdracht (het belastbaar feit voor de overdrachtsbelasting). Daartoe geeft de inspecteur een voor bezwaar vatbare beschikking af. Of sprake is van een reëel verkoopvoornemen zal moeten blijken uit een (gemelde) (intentie)overeenkomst. Ook is als gevolg van het karakter van de overdrachtsbelasting van een tijdstipbelasting een separate beoordeling nodig op het moment van de aandelentransactie. Dan moet worden bezien of de transactie aansluit bij het eerdere voornemen.
De overgangsregeling kan alleen van toepassing zijn indien de aandelen waarmee de betreffende nieuwe onroerende zaken vóór 1 januari 2030 worden overgedragen. Mede op basis van de uit de sector verkregen informatie is geoordeeld dat projecten waarvoor de vereiste schriftelijke (intentie)overeenkomst tijdig is afgesloten om in aanmerking te kunnen komen voor het overgangsrecht, veelal een zodanige looptijd hebben dat zij uiterlijk vóór die datum zullen zijn afgerond en dat de daarop betrekking hebbende aandelen eveneens vóór die datum zullen worden geleverd. Een eerdere datum dan 1 januari 2030 zou ertoe kunnen leiden dat vastgoedprojecten waarvoor wel tijdig de vereiste schriftelijke (intentie)overeenkomst is afgesloten door niet tijdige afronding, toch niet voor dat overgangsrecht in aanmerking komen. Een eerdere datum dan 1 januari 2030 zou voor de sector ingrijpender zijn en geen rekening houden met de realistische looptijd van reeds (op papier) gestarte bouwprojecten.
Masterclass vastgoedfiscaliteiten
De vastgoedfiscaliteit is volop in beweging. De gestegen rente en inflatie trekken een wissel op de vastgoedmarkt. Bestaand vastgoed moet in hoog tempo worden verduurzaamd. De politiek heeft het nadrukkelijk gemunt op vastgoed: de woningmarkt wil men reguleren en privé-vastgoed zwaar belasten. Waardevermindering ligt op de loer. Er is een enorme vraag naar woningen die mondjesmaat kan worden vervuld. Tijd voor een update!
Geef een reactie