Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft opnieuw geoordeeld dat een Spezial-Sondervermögen met één deelnemer geen ingehouden dividendbelasting kan terugvragen.
Een in Duitsland gevestigd Spezial-Sondervermögen (hier afgekort als SSV) heeft één deelnemer. Deze SSV heeft geen rechtspersoonlijkheid, maar is een overeenkomst tussen drie partijen: de beheerder, de bewaarder en de deelnemer. De participaties in de SSV hebben geen stemrecht en er vindt geen verhandeling van deze participaties plaats op een beurs of een gereglementeerde markt. De SSV betaalt in Duitsland geen winstbelasting. Zij heeft geen vaste inrichting in Nederland en is dus evenmin inhoudingsplichtig voor de dividendbelasting. De ondernemingsactiviteiten van de SSV bestaan uit het beleggen van het in het fonds geïnvesteerde vermogen. De SSV houdt ook indirecte aandelen in Nederlandse vennootschappen die dividenden hebben uitgekeerd. Over deze dividenden is Nederlandse dividendbelasting ingehouden. De SSV heeft een verzoek ingediend om teruggaaf van deze ingehouden dividendbelasting voor de jaren 2006/2007, 2008, 2010, 2011, 2012 en 2013. De Belastingdienst heeft dit teruggaafverzoek afgewezen. De SSV gaat vervolgens in beroep tegen deze afwijzing.
SSV niet te vergelijken met fonds voor gemene rekening
De SSV stelt dat men haar al dan niet als doelvermogen moet aanmerken als opbrengstgerechtigde, waardoor zij in aanmerking komt voor teruggaaf van dividendbelasting. Ook meent zij als doelvermogen dan wel als objectief vergelijkbaar met een Nederlands beleggingsfonds het regime van de fiscale beleggingsinstelling (fbi) te mogen benutten. Maar de rechtbank haalt uit eerdere rechtspraak dat een SSV met steeds slechts één houder van bewijzen van deelgerechtigdheid fiscaal transparant is. Zo’n beleggingsfonds moet men aanmerken als een privébeleggingsfonds van de deelgerechtigde. Daarmee kwalificeert zo’n fonds niet als fonds voor gemene rekening. Dat betekent dat de SSV geen lichaam voor de heffing van de vennootschapsbelasting is en evenmin de opbrengstgerechtigde voor de heffing van dividendbelasting. Zij zou daardoor alleen aanspraak kunnen maken op een teruggaaf van dividendbelasting als zij een doelvermogen is. Maar door de uitgifte van bewijzen van deelgerechtigdheid is dat niet het geval.
Niet vergelijkbaar met fbi
De rechtbank oordeelt daarnaast dat de SSV niet valt aan te merken als een fbi. Daartoe moet een lichaam namelijk voldoen aan het vereiste van beleggen voor gemeen rekening. Deze eis geldt voor zowel binnenlandse als buitenlandse gevallen. Maar in deze situatie is geen sprake van beleggen voor gemene rekening, nu er slechts één deelnemer is. De SSV is evenmin objectief te vergelijken met een collectief beleggingsfonds waarvoor de fiscale faciliteit is bedoeld. Ten slotte verwerpt de rechtbank de stelling van de SSV dat Nederland haar niet mag aanmerken als transparante entiteit. Er is geen unierechtelijke bepaling die deze verplichting heeft gecreëerd. De Belastingdienst heeft het teruggaafverzoek terecht afgewezen. Met dit oordeel blijft de rechtbank dezelfde koers varen. Zie: ‘Spezial Sondervermögen krijgt geen dividendbelasting terug’.
Wet: art. 1 en 10, tweede lid Wet DB en art. 2 en 28 Wet Vpb 1969
Geef een reactie