De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of het aandeel in de aflossingsvrije lening dat de belastingplichtige van zijn ex-partner overneemt bij de verkrijging van de economische eigendom van de woning bij echtscheiding een eigenwoningschuld is.
De belastingplichtige en zijn partner hebben vóór 2013 samen een woning gekocht (beiden voor 50%), waarvoor zij een aflossingsvrije lening zijn aangegaan. Na 2013 gaan de belastingplichtige en zijn partner scheiden. Volgens het echtscheidingsconvenant blijft de belastingplichtige in de woning wonen en draagt zijn ex-partner de economische eigendom van haar eigendomsaandeel in de woning over aan de belastingplichtige. In het echtscheidingsconvenant is ook geregeld dat de belastingplichtige vanaf dat moment het aandeel van zijn ex-partner in de aflossingsvrije lening overneemt.
Het aandeel in de aflossingsvrije lening dat de belastingplichtige van zijn ex-partner overneemt, voldoet niet aan de voorwaarden voor kwalificatie van eigenwoningschuld van artikel 3.119a, eerste lid, van de Wet IB 2001.
Geef een reactie