Staatssecretaris Van Rij stuurt de Tweede Kamer de antwoorden op vragen over het pakket Belastingplan 2024. De vragen zijn gesteld tijdens het tweede wetgevingsoverleg (WGO II) op 23 oktober 2023.
Er is gevraagd om een kabinetsreactie op de bevindingen in het rapport ‘Global Tax Evasion 2024’ van het EU Tax Observatory. Het rapport bevat meerdere onderzoeken en aanbevelingen gericht op tegengaan belastingontduiking en ontwijking. In januari 2024 volgt een kabinetsreactie.
Dividendstripping
Op 1 januari 2024 zal een aantal maatregelen in werking treden waarmee de aanpak van dividendstripping wordt versterkt. Daarnaast zal, zoals eerder toegezegd, een onderzoek worden gestart naar aanvullende maatregelen tegen dividendstripping. Dit aanvullende onderzoek is nodig om te komen tot een effectieve maar eveneens evenwichtige vervolgaanpak.
Urennorm vrijwilligerswerkzaamheden personen jonger dan 21 jaar
Juist om jongeren te stimuleren om vrijwilligerswerk te doen, is het kabinet bereid per 2024 de urennorm voor personen jonger dan 21 jaar te verhogen met € 0,50 per uur (tot € 3,25 per uur). In de eerste maanden van 2024 verschijnt een nieuwe uitgave van het Handboek Loonheffingen waarin het hogere uurbedrag voor vrijwilligers jonger dan 21 jaar zal worden opgenomen.
Werkkostenregeling
Er is gevraagd of het mogelijk is om in de werkkostenregeling de hoogte van de vrije ruimte per sector vast te stellen. Gezien de achtergrond van de regeling is er geen rechtvaardiging voor een onderscheid in de hoogte van de vrije ruimte afhankelijk van de sector. Een sectorafhankelijke vrije ruimte maakt de WKR complexer en dat terwijl de regeling juist is geïntroduceerd om administratieve lasten en uitvoeringslasten te verlichten. Een sectorafhankelijke vrije ruimte betekent dat werkgevers niet gelijk worden behandeld terwijl ze tegen de achtergrond van de WKR gelijke behandeling mogen verwachten. Dit levert strijd op met het gelijkheidsbeginsel. Bovendien acht het kabinet de kans groot dat een dergelijk onderscheid als onverenigbare staatssteun zal worden gezien door de Europese Commissie.
Bpm-aangifte
Er is gevraagd of de bpm-aangifte eerder dan 2027 gedigitaliseerd kan worden. Die wens staat echter op gespannen voet met de IV-capaciteit waarover de Belastingdienst beschikt en de prioritering die daarbinnen moet plaatsvinden. Wanneer de digitale aangifte voor de bpm door de Belastingdienst moet worden ingewonnen zal dit proces naar verwachting op zijn vroegst in 2027 gereed zijn. Om te bezien of dit proces versneld kan worden zal Van Rij de komende tijd samen met de Belastingdienst verkennen of de RDW een rol kan spelen. Digitaal inschrijven van een motorrijtuig in het kentekenregister bij de RDW is al mogelijk. Onderzocht zal worden of gedurende dat proces ook de bpm-aangifte digitaal kan worden ingediend.
Geef een reactie