Het Nederlandse belastingklimaat speelt nauwelijks een rol bij de beslissing van bedrijven om uit Nederland te vertrekken. Dit schrijft minister Adriaansens in een Kamerbrief.
Naar aanleiding van een aangenomen motie heeft de minister onderzoek laten doen naar de voornaamste redenen waarom bedrijven uit Nederland vertrekken of bedrijfsonderdelen uit Nederland verplaatsen.
Als meest concrete aanleiding voor vertrek naar het buitenland wordt een verandering in de bedrijfsstrategie van het moederbedrijf aangehaald, opgevolgd door beperkte beschikbaarheid van personeel in Nederland. Het Nederlandse belastingklimaat speelt nauwelijks een rol. Wel geven geïnterviewde bedrijven aan de continuïteit van de 30%-regeling belangrijk te vinden. De meest genoemde pull-factor om naar het buitenland te vertrekken is (ook) bedrijfsstrategisch van aard: het benutten van marktkansen door in het buitenland fysieke aanwezigheid op te bouwen. Een andere belangrijke pull-factor zijn de lagere arbeidskosten in Centraal- en Oost-Europa en Azië. Een derde pullfactor is de toegang tot talent. Hoewel arbeidsmarktkrapte ook in het buitenland een punt van zorg is, zijn er regio’s en landen waar simpelweg meer mensen wonen en/of waar werknemers met specifiek gewenste profielen gemakkelijker gevonden kunnen worden.
Zorgen over groeimogelijkheden
Uit het onderzoek blijkt verder dat er onder de geïnterviewde bedrijven zorgen zijn over de groeimogelijkheden in Nederland. Veelgenoemde factoren zijn beperkt beschikbare fysieke ruimte, onvoldoende aanbod van en huisvestingsmogelijkheden voor talent, lange realisatietermijnen van nieuwe investeringen en tekorten in termen van elektrische netwerkcapaciteit. Voor de bedrijven in de onderzoekspopulatie geldt dat dit niet per definitie leidt tot vertrek van bestaande bedrijfsactiviteiten naar buitenland, maar betekent het wel dat nieuwe investeringen vaker in het buitenland plaatsvinden.
Geef een reactie