Een wijziging van omstandigheden, die tijdens het opstellen van het testament onvoorzien was, kan invloed hebben op de uitleg van het testament.
De weduwe van een erflater is in cassatie gegaan tegen een uitspraak van hof Arnhem-Leeuwarden. Dit hof heeft geoordeeld dat de broer van de erflater op grond van het testament de enige erfgenaam is. Nu heeft de erflater een concept voor een nieuw testament opgesteld waarin hij zijn tweede echtgenote en hun eventuele kinderen heeft aangewezen als erfgenaam. Maar dit concept heeft nooit geleid tot een nieuw testament. Zie ‘Zonder aanpassing testament blijft broer enig erfgenaam’ voor meer informatie over deze zaak.
Klachten van weduwe en haar kinderen
Voor de Hoge Raad klagen de weduwe en haar kinderen over het hofoordeel dat feiten en omstandigheden van na het maken van het testament alleen kunnen meedoen bij de uitleg als de erflater daarop bij het maken van zijn testament is vooruitgelopen. Ook wijzen de weduwe en haar kinderen erop dat tijdens het maken van het testament de erflater heeft verwacht niet te hertrouwen of kinderen te krijgen. Volgens hen heeft het hof onvoldoende aandacht besteed aan wijzigingen in de huwelijks- en gezinssituatie van de erflater, die hij tijdens het opmaken van zijn testament niet had voorzien.
Latere feiten en omstandigheden kunnen van belang zijn
De Hoge Raad overweegt dat men bij het uitleggen van een testament of andere uiterste wilsbeschikking moet letten op de verhoudingen die het testament kennelijk moet regelen. Verder zijn de omstandigheden waaronder het testament is gemaakt, van belang. Verwachtingen over de toekomst vallen daar ook onder. Maar ook feiten en omstandigheden van na het opmaken van het testament kunnen relevant zijn. Daaraan is immers bewijs te ontlenen van een omstandigheid waaronder het testament is gemaakt. Doen zich na het opmaken van het testament feiten en omstandigheden voor waardoor de feitelijke verhoudingen niet langer aansluiten bij wat de erflater kennelijk wilde regelen? Dan mag men het testament zo uitleggen, dat de desbetreffende beschikking alleen gold voor de situatie die bestond voordat de bedoelde feiten en omstandigheden zich voordeden. Daarvoor is niet vereist dat de erflater bij het opmaken van het testament op de bedoelde feiten en omstandigheden is vooruitgelopen.
Niet alles is uit testament te herleiden
Op grond van deze overwegingen oordeelt de Hoge Raad dat de klachten van de weduwe en haar kinderen slagen. De omstandigheid dat de erflater in zijn testament niet is vooruitgelopen op zijn hertrouwen en de geboorte van twee kinderen betekent niet dat die wijzigingen bij de uitleg van het testament geen rol kunnen spelen. Het is nog maar de vraag of de erflater met zijn testament ook de door hertrouwen en het krijgen van kinderen gewijzigde verhoudingen kennelijk heeft willen regelen. Het hof mocht aan die vraag niet voorbijgaan door slechts uit het testament af te leiden welke verhoudingen de erflater met zijn testament kennelijk wilde regelen. Het hof mocht niet zomaar constateren dat in het testament niet is opgenomen dat de broer geen erfgenaam is als de erflater hertrouwt en kinderen krijgt. Daarom verwijst de Hoge Raad de zaak naar hof Den Bosch voor de verdere afhandeling.
Wet: art. 4:46, eerste lid BW en art. 150 Rv
Bron: Hoge Raad 10 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1531, 22/02144
Verdiepingscursus Estate Planning praktisch ingezet
In de tweedaagse Verdiepingscursus Estate planning praktisch ingezet zullen Hanneke Kroonenberg en Patrick Fransen je in twee dagen alle tips en tricks uit de estate plannings praktijk met je delen. Ze duiken direct de diepte met je in en leren je de fijne kneepjes van het vak.
Geef een reactie