De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit gepubliceerd met universele Nederlandse voorschriften voor de uitvoering van het dividendartikel in belastingverdragen voor de heffing van de conditionele bronbelasting op dividenden geheven op grond van de Wet bronbelasting 2021.
Met ingang van 1 januari 2021 is de Wet bronbelasting 2021 in werking getreden. Met ingang van 1 januari 2024 wordt de wet uitgebreid met de heffing van een conditionele bronbelasting op dividenden.
In verband met de heffing van belasting op dividenden op basis van de Wet bronbelasting 2021 bevat dit besluit voorschriften voor de uitvoering van het dividendartikel in de door Nederland gesloten verdragen tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (en naar het vermogen) en het voorkomen van het ontgaan (en ontwijken) van belasting, (met Protocol), in regelingen tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen die Nederland heeft getroffen voor een land of openbaar lichaam binnen het Koninkrijk alsmede in het Besluit voorkoming dubbele belasting Nederland en Taiwan.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 16 november 2023 en vindt toepassing met betrekking tot dividenden die zijn betaald op of na 1 januari 2024. Dit besluit is ook van toepassing op elk door Nederland gesloten verdrag tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (en het vermogen), (met Protocol), die in werking treedt na de inwerkingtreding van dit besluit, vanaf de datum van toepassing van dat verdrag.
Bron: Besluit van 8 november 2023, nr. 2023-21489, Ministerie van Financiën, Stcrt. 2023, 29436
Geef een reactie