Uitsluitend het algemene argument van krapte op de arbeidsmarkt kan niet dienen als objectieve rechtvaardigingsgrond om een overwerkbonus voor deeltijdwerkers in te zetten. Minister Van Gennip informeert de Tweede Kamer over de mogelijkheid voor het uitbetalen van een meerurenbonus voor deeltijders die meer uren werken dan waarin hun contract voorziet.
Bij de vraag of een overwerkbonus voor deeltijdwerkers een mogelijk instrument is om in te zetten bij de huidige arbeidsmarktkrapte, hebben we te maken met Europese en Nederlandse wetgeving. Op basis van de huidige interpretatie van de (Europese) regelgeving en jurisprudentie is het niet toegestaan een overwerkbonus voor deeltijdwerkers te betalen voor zover de uren niet boven een fulltime dienstverband uitkomen, tenzij de werkgever deze maatregel voor zijn eigen situatie objectief kan rechtvaardigen. Dit kan in uitzonderlijke gevallen mogelijk zijn. Het verbod om werknemers ongelijk te behandelen (tenzij…) is gericht tot de werkgever. Op de werkgever rust daarom de plicht de objectieve rechtvaardiging nauwkeurig te onderbouwen. Uitsluitend het algemene argument van krapte op de arbeidsmarkt kan niet dienen als objectieve rechtvaardigingsgrond om een overwerkbonus voor deeltijdwerkers in te zetten. De werkgever zal een specifieke onderbouwing moeten kunnen aanvoeren. Hierbij dient hij of zij het legitieme doel, de geschiktheid, de noodzakelijkheid en de evenredigheid van een overwerkbonus voor deeltijdwerkers aan te tonen.
Bron: Kamerbrief overwerkbonus voor deeltijdwerkers, nr. 2023-0000567100, Ministerie SZW, 22 november 2023
Geef een reactie