Uit onderzoek van het Centraal Planbureau blijkt dat de Tijdelijke overbrugging zelfstandige ondernemers (Tozo) zelfstandig ondernemers tijdens de coronacrisis heeft geholpen. De snelle invoering van de regeling, vanwege de onzekerheid, leidde tot een hoger gebruik.
Aanvankelijk ontvingen 260.000 huishoudens Tozo, wat ongeveer 18% van alle huishoudens met minstens één zelfstandige vertegenwoordigt. Tijdens de coronacrisis werden de voorwaarden van de regeling aangepast. Zo werd er in juni 2020 een partnerinkomenstoets ingevoerd. Hierdoor daalde het gebruik van de Tozo naar 5% van zelfstandigen, mede als gevolg van de opleving van de economie. Vooral huishoudens met een relatief hoog inkomen en/of vermogen ontvingen geen Tozo meer. Tijdens de winter van 2020/2021, met de tweede lockdown, nam het gebruik van de Tozo weer iets toe (6%), om vervolgens af te nemen (2,5%) tot de uiteindelijke afschaffing in oktober 2021.
Marginale druk
Uit het onderzoek blijkt dat de Tozo heeft bijgedragen aan een afname van het aantal gewerkte uren en de omzet van zelfstandigen. Zelfstandigen zonder partner werkten gemiddeld 10% minder uren per week (gemiddeld 4 uur) ten opzichte van zelfstandigen met partner na de introductie van de partnerinkomenstoets. Daarnaast hadden ze in het derde en vierde kwartaal van 2020 gemiddeld 5% minder omzet. Deze effectmetingen zijn gebaseerd op een steekproef, waardoor de schattingen minder nauwkeurig zijn.
Een mogelijke verklaring hiervoor is de marginale druk. De Tozo vult het inkomen aan tot het sociaal minimum, waardoor Tozo-ontvangers voor elke verdiende euro onder het sociaal minimum een euro aan Tozo verliezen. Dit kan gedeeltelijk de negatieve effecten op de gewerkte uren en de omzet bij lage inkomens verklaren. Dit effect kan mogelijk verminderd worden door de afbouw van de regeling minder snel te laten plaatsvinden bij een stijgend inkomen. Dit maakt de maatregel minder gericht, een overweging om mee te nemen bij het bieden van financiële ondersteuning aan zelfstandigen tijdens een crisis.
Als de inkomensondersteuning voornamelijk bedoeld is voor zelfstandigen met lage inkomens en weinig reserves, is het logisch om daar expliciete voorwaarden voor op te nemen, suggereert het CPB. Mogelijke opties zijn een inkomens- en vermogenstoets voor huishoudens. Hierbij moet echter in overweging worden genomen dat dit mogelijk extra vertraging en kosten met zich meebrengt bij de uitvoering van de regeling.
Bron: CPB, 7 december 2023
Geef een reactie