De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of de woning in Nederland een eigen woning is voor de belastingplichtige als hij samen met zijn fiscale partner een eigen woning in Nederland heeft, hij vervolgens zijn hoofdverblijf verplaatst naar een huurwoning in het buitenland omdat hij wordt uitgezonden en tijdens de duur van de uitzending sprake blijft van fiscaal partnerschap.
Belastingplichtigen X en Y zijn gehuwde fiscale partners en hebben een eigen woning in Nederland. X wordt uitgezonden naar het buitenland, maar wordt tijdens de duur van zijn uitzending voor de Nederlandse inkomstenbelasting geacht in Nederland te wonen. Daarom blijven X en Y tijdens de duur van de uitzending fiscale partners. X verplaatst zijn hoofdverblijf daadwerkelijk naar een huurwoning in het buitenland; Y blijft in de woning in Nederland wonen.
Vraag
Is voor X de woning in Nederland een eigen woning?
Antwoord
Ja, als X en Y in de aangifte inkomstenbelasting gezamenlijk kiezen om de woning in Nederland als hoofdverblijf aan te merken.
Beschouwing
X en Y hebben ieder een andere woning als hoofdverblijf. Als zij op grond van artikel 3.111, achtste lid, van de Wet IB 2001 gezamenlijk kiezen om de woning in Nederland als hoofdverblijf aan te merken, wordt dat voor de eigenwoningregeling ook geacht het hoofdverblijf van X te zijn. Dat betekent dat de woning in Nederland voor zowel X als Y een eigen woning is (Rechtbank Zeeland-West-Brabant 10 maart 2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:1114).
Bron: Belastingdienst, 7 december 2023
Masterclass in de Eigenwoningregeling
De afgelopen jaren is de fiscale wet- en regelgeving in de eigenwoningregeling op verschillende punten gewijzigd. Sommige regelingen zijn verre van begrijpelijk en lastig uitvoerbaar. Met name als partners samen een woning kopen en een hypotheekverleden hebben. Ook speelt het nieuwe huwelijksvermogensrecht een grote rol in de samenstelling van de nieuwe hypotheekconstructie en de gevolgen hiervan als partners uit elkaar gaan.
Geef een reactie