De rechtbank is van oordeel dat eiser met onvoldoende feiten en omstandigheden aannemelijk heeft gemaakt dat hij zijn hoofdverblijf in de gemeente had. Verweerder heeft hem daarom terecht in de forensenbelasting betrokken. Het beroep is ongegrond.
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBLIM:2023:6833&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie