De Kennisgroep reorganisatiefaciliteiten en fiscale eenheden heeft een vraag beantwoord over de samenloop tussen artikel 15aj, tweede lid en 15ab, zesde lid, Wet Vpb 1969 (ontvoeging gevolgd door voeging).
- M BV en D BV vormen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting.
- M BV heeft een schuldvordering op D BV van nominaal € 17.000.000.
- Het belang in D BV wordt in de loop van 2018 overgedragen aan de in het buitenland gevestigde aandeelhouder van M BV. Door deze overdracht wordt D BV ontvoegd uit de fiscale eenheid.
- Onmiddellijk voorafgaande aan het ontvoegingstijdstip bedraagt de nominale waarde van de schuldvordering € 17.000.000 en de bedrijfswaarde € 12.000.000.
- De waardedaling van de schuldvordering (€ 5.000.000) is ontstaan in de periode dat beide maatschappijen (D BV en M BV) tot dezelfde fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting behoorden.
- Met toepassing van artikel 15aj, tweede lid, van de Wet Vpb 1969 waardeert M BV haar schuldvordering onmiddellijk voorafgaand aan het ontvoegingstijdstip op de bedrijfswaarde (€ 12.000.000) en D BV haar schuld op de nominale waarde (€ 17.000.000). De voorgeschreven (her)waarderingen hebben geen invloed op het fiscale resultaat van de fiscale eenheid.
- Het belang in D BV is in de loop van 2021 terug overgedragen aan M BV. D BV wordt direct na de overdracht opnieuw opgenomen in een fiscale eenheid met M BV als moedermaatschappij.
- In de periode tussen het moment van ontvoegen (2018) en het opnieuw voegen (2021) is de schuldvordering van M BV met € 3.000.000 (verder) in waarde gedaald. Onmiddellijk voorafgaand aan het moment van (opnieuw) voegen bedraagt de bedrijfswaarde van de schuldvordering dan ook € 9.000.000 (nominaal nog steeds € 17.000.000).
- Bij voeging schrijft artikel 15ab, zesde lid, Wet Vpb 1969 voor dat bij interne schuldverhoudingen de schuldvordering en schuld worden gewaardeerd op de bedrijfswaarde van de schuldvordering, als deze lager is dan de nominale waarde. Toepassing van deze bepaling leidt bij M BV tot een afwaarderingsverlies van € 3.000.000, maar bij D BV tot een winstneming van € 8.000.000.
Vraag
Kan artikel 15ab, zesde lid, Wet Vpb 1969 bij een voeging buiten toepassing blijven ten aanzien van een interne schuldverhouding in de situatie dat zich enige jaren eerder een ontvoeging heeft voorgedaan, waarbij ten aanzien van diezelfde schuldverhouding artikel 15aj, tweede lid, Wet Vpb 1969 is toegepast?
Antwoord
Nee, bij een voeging is artikel 15ab, zesde lid, Wet Vpb 1969 ten aanzien van een interne schuldverhouding onverkort van toepassing in de situatie dat zich enige jaren eerder een ontvoeging heeft voorgedaan, waarbij ten aanzien van diezelfde schuldverhouding artikel 15aj, tweede lid, Wet Vpb 1969 is toegepast.
Geef een reactie