De Kennisgroep aanmerkelijk belang heeft de vraag beantwoord of een winstrechtverplichting onder het schuldenbegrip van artikel 4.13, eerste lid, onderdeel f, Wet IB 2001 valt en zo ja, voor welk bedrag.
X is enig aandeelhouder van A BV. Deze vennootschap drijft een onderneming. De waarde in het economisch verkeer van deze onderneming bedraagt € 2.000.000.
A BV draagt de onderneming tegen een 4-jarig winstrecht over aan X, die deze onderneming gaat voorzetten in de vorm van een eenmanszaak. Het winstrecht is berekend aan de hand van de waarde in het economisch verkeer van de onderneming.
Vragen
- Valt de winstrechtverplichting onder het schuldenbegrip van artikel 4.13, eerste lid, onderdeel f, van de Wet IB 2001?
- Zo ja, op welke wijze wordt bij een winstrechtverplichting het bedrag van de schulden bepaald?
Antwoorden
- Ja, de winstrechtverplichting valt onder het schuldenbegrip van artikel 4.13, eerste lid, onderdeel f, Wet IB 2001.
- De winstrechtverplichting is gebaseerd op de waarde in het economisch verkeer van de onderneming. Deze waarde geldt als nominale waarde in de zin van artikel 4.14a, vierde lid, Wet IB 2001.
Geef een reactie