Wil een ex-echtgenoot een lumpsumbetaling kunnen aftrekken als (afkoop van) partneralimentatie? Dan zal hij moeten aantonen dat zijn ex-echtgenote in ruil voor deze lumpsumbetaling heeft afgezien van verdere partneralimentatie.
Twee echtgenoten zijn getrouwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hebben tijdens hun huwelijk een woning in gezamenlijke eigendom. Deze woning is gefinancierd met een hypotheek bij de bank en een schuld aan de bv van de man. Het huwelijk eindigt in een echtscheiding. Hof Amsterdam bepaalt dat de man zijn ex-echtgenote een partneralimentatie van € 1.125 per maand moet betalen. Rechtbank Amsterdam beslist vervolgens over de vermogensrechtelijke afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden. De rechtbank bepaalt dat de vrouw een bedrag van € 189.163, namelijk de helft van de schuld aan de bv, moet vergoeden aan de man. De man moet ongeveer € 475.000, te weten de helft van de waarde van zijn aandelen in de bv, vergoeden aan de vrouw. Maar in hoger beroep bereiken de ex-echtgenoten overeenstemming over een integrale regeling over de hoogte van de door de man te betalen alimentatie.
Afwikkeling van huwelijkse voorwaarden
Op grond van deze overeenkomst betaalt de man zijn ex-echtgenote in het kader van de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden een bedrag van € 48.000. Hij moet op of omstreeks 1 december 2015 een bedrag van € 5.000 betalen. De rest betaalt de man in 43 maandelijkse termijnen van € 1.000. Daarnaast vrijwaart de man zijn ex-echtgenote van aanspraken van zijn bv. Daartoe neemt hij het aandeel van zijn ex-echtgenote in de schulden aan zijn bv over. De vrouw doet afstand van de bijdragen van de man in haar levensonderhoud.
Causaal verband blijkt niet uit beschikking
Tussen de man en de fiscus ontstaat een geschil over de aftrekbaarheid van de lumpsumbetaling van € 48.000. Rechtbank Gelderland is het met de inspecteur eens dat er geen causaal verband bestaat tussen de lumpsum en de schuldovername en het afzien van partneralimentatie. Deze elementen zijn namelijk als afzonderlijke onderdelen vermeld in de beschikking van het hoger beroep. De rechtbank kan niet uitsluiten dat de overname van de schulden niet is voortgevloeid uit de partneralimentatie maar uit het niet meer in de verrekening betrekken van de bv. Bovendien staat in de beschikking dat de man de lumpsum moet betalen in het kader van de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden. Alleen daarom al is niet aannemelijk gemaakt dat met de lumpsum de alimentatieplicht is afgekocht.
Wet: art. 6.3, eerste lid Wet IB 2001
Bron: rechtbank Gelderland 14 december 2023 (publicatie 1 januari 2024), ECLI:NL:RBGEL:2023:6770, 22/2474
Geef een reactie