Wet WOZ, ongegrond. De eerdere oppervlakteberekening was geen bewuste standpuntbepaling van de heffingsambtenaar; niet is gebleken dat eiser de oppervlakte eerder uitdrukkelijk aan de orde heeft gesteld. Eiser mocht er daarom niet op vertrouwen dat de heffingsambtenaar zou blijven uitgaan van de onjuiste oppervlakte. Bij een samengesteld WOZ-object hoeft de heffingsambtenaar geen rekening te ho…
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2023:12631&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie