De management fee is verminderd omdat de betreffende bv in financiële problemen kwam. Uit EU-jurisprudentie blijkt dat er in dit geval van het werkelijk in rekening gebrachte bedrag kan worden uitgegaan.
Een btw-ondernemer houdt zich bezig met hypotheek- en kredietbemiddeling, het beheren van onroerend goed en het verrichten van managementwerkzaamheden voor onder andere A bv. Zij spreekt met A bv een management fee van € 100.000 per jaar af. A bv komt in financiële problemen, waarna haar hypotheekverstrekker eist dat de fee wordt verminderd naar € 75.000 per jaar. De ondernemer factureert daarop in 2015 en 2016 dit lagere bedrag. Zij neemt in 2016 een memoriaalboeking op van € 50.000 als ‘Nog te factureren’. De inspecteur legt na een boekenonderzoek een naheffingsaanslag btw op met een vergrijpboete van 25%, én een vergrijpboete van 25% voor het niet indienen van suppletieaangiften.
Geen lagere naheffing
Rechtbank Den Haag oordeelde dat de inspecteur terecht geen rekening hield met de verlaging van de vergoeding omdat de btw-ondernemer geen correctiefacturen uitschreef voor de wijziging van de management fee (nrs. 21/4725 en 21/4726; niet gepubliceerd). Ook de vergrijpboeten voor grove schuld waren terecht opgelegd, en er was geen sprake van dubbele beboeting van hetzelfde feit.
Naheffing verlaagd en boetes vervallen
Hof Den Haag verlaagt de naheffingsaanslag alsnog met € 10.500 (21% x € 50.000) omdat vaststaat dat de btw-ondernemer in 2015 en 2016 slechts € 150.000 heeft gefactureerd en ontvangen. Uit EU-jurisprudentie blijkt dat er in dit geval van het werkelijk in rekening gebrachte bedrag kan worden uitgegaan. Het maakt niet uit dat er in de administratie een bedrag van € 50.000 als ‘Nog te factureren’ is opgenomen. De inspecteur verklaart ter zitting dat de vergrijpboetes kunnen vervallen in verband met de vermindering van de naheffing. Het hof merkt nog op dat de vergrijpboetes op zich al onterecht waren omdat grove schuld niet aannemelijk is gemaakt. Er kan niet worden vastgesteld wat de ondernemer precies (verkeerd) heeft gedaan.
Wet: art. 13 Wet OB 1968, art. 15 Uitv.besl. OB 1968, art. 10a en 67f AWR
Bron: Hof Den Haag 30 november 2023 (gepubliceerd 15 januari 2024), ECLI:NL:GHDHA:2023:2353, 23/00051 en BK-23/00052
Geef een reactie