Staat een aandeelhouder borg voor zijn bv die zeer hoge schulden heeft maar van wie het gestort aandelenkapitaal het enig vermogen is? Dan wijst dit erop dat de borgstelling onzakelijk is zodat geen aftrek bestaat voor kosten uit terbeschikkingstelling.
Twee broers hebben ieder 30% van de aandelen in een holding. Twee andere personen houden 30% respectievelijk 10% van de aandelen. De holding houdt zelf alle aandelen in een dochtervennootschap. Deze dochtervennootschap krijgt in 2007 en 2008 zes leningen verstrekt van een nv. De aandeelhouders van de holding stellen zich bij het aangaan van deze leningsovereenkomsten borg. In 2014 spreekt de nv onder meer de broers aan uit hoofde van de borgstelling. De broers komen begin 2017 namens de borgen overeen dat de nv tegen een betaling van € 600.000 in totaal finale kwijting zal verlenen aan de broers. De beide broers voldoen ieder op 31 januari 2017, 30 juni 2017, 8 januari 2018 en 17 juli 2018 een bedrag van € 150.000. Een van de broers wil over zowel 2017 als 2018 € 150.000 aftrekken als kosten van terbeschikkingstelling aan zijn eigen bv.
Borg staan uit aandeelhoudersmotieven
De inspecteur weigert de aftrek van de kosten. Hij meent dat de broer met het borg staan niet zakelijk, maar als aandeelhouder heeft gehandeld. Rechtbank Zeeland-West-Brabant is het eens met de Belastingdienst. De dochtervennootschap is in korte tijd diverse leningen aangegaan bij de nv voor de opbouw van een vastgoedportefeuille. Het gaat hier om miljoenen, terwijl de dochtervennootschap alleen beschikt over het op de aandelen gestorte kapitaal van € 18.000. Daarnaast heeft de nv zekerheden bedongen op de activa van de dochtervennootschap, terwijl de broers geen zekerheden hebben bedongen. Ten slotte hebben zij afstand gedaan van hun recht van regres en subrogatie jegens de andere twee borgen. Daarmee hebben de broers een risico genomen dat alleen vanuit aandeelhoudersmotieven is te verklaren.
Geef een reactie