De beroepen zien op de beschikkingen waarbij de waarden van de onroerende zaken zijn vastgesteld. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de waarden aannemelijk heeft gemaakt. Hetgeen eiser heeft aangevoerd, doet aan het voorgaande oordeel niet af. Ten aanzien van de overgelegde stukken is de rechtbank van oordeel dat verweerder niet alle gegevens heeft verstrekt die ten grondslag liggen aan…
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:13814&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie