Het beroep ziet op de beschikking waarbij de waarde van de onroerende zaak is vastgesteld op € 116.000. Nu geen van beide partijen er naar het oordeel van de rechtbank in is geslaagd het gevergde bewijs te leveren, bepaalt de rechtbank de waarde in goede justitie. Ook heeft verweerder niet alle aan de waarde ten grondslag liggende stukken aan eiser verstrekt, zodat eiser terecht heeft gesteld d…
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:14347&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie