De Kennisgroep aanmerkelijk belang heeft de vraag beantwoord of de doorschuifregeling van artikel 4.17c van de Wet Inkomstenbelasting 2001 van toepassing is op een schenking van tracking stocks die enkel tracken naar de holding en niet naar de deelneming waarin een onderneming wordt gedreven.
X BV bezit de volledige eigendom van alle aandelen in Y BV. Daarnaast bezit X BV een pand dat in gebruik is bij de onderneming van Y BV. Het aandelenkapitaal van X BV bestaat uit aandelen A en aandelen B. X houdt alle aandelen A in X BV. De zoon van X houdt alle aandelen B. In de statuten van X BV is bepaald dat de aandelen A recht geven op de waarde van het vermogen van X BV, alsmede op de winsten van X BV met uitzondering van de waarde en de winsten van Y BV. De aandelen B geven volgens de statuten recht op de waarde van het vermogen van Y BV en op de winsten van Y BV. Verder is in de statuten bepaald dat X BV een dividendreserve A en een dividendreserve B kent. Tot het saldo van deze dividendreserves zijn uitsluitend de houders van de aandelen A respectievelijk B gerechtigd. X is voornemens om zijn aandelen A te schenken aan zijn zoon.
Vraag
Is de doorschuifregeling van artikel 4.17c van de Wet IB 2001 van toepassing op de schenking van de aandelen A?
Antwoord
Nee, de doorschuifregeling van artikel 4.17c Wet IB 2001 is niet van toepassing op de schenking van de aandelen A omdat deze aandelen enkel zien op de waarde en het vermogen van de X BV en X BV geen onderneming drijft. De bezittingen en schulden van Y BV worden namelijk niet toegerekend aan X BV, omdat X geen indirect aanmerkelijk belang in Y BV houdt.
Geef een reactie