Bestuurders van ondernemingen kunnen binnenkort persoonlijk strafrechtelijk vervolgd worden als zij zich schuldig maken aan ‘ecocide’: het op grote schaal beschadigen van ecosystemen. Een wetsvoorstel daarvoor ligt op het moment bij de Tweede Kamer.
Wat is ecocide? Ecocide, te vertalen als ‘het doden (cide) van ons huis (oikos)’, wordt juridisch gedefinieerd als het onrechtmatig toebrengen van ernstige wijdverbreide of langdurige schade aan het milieu.
De Partij voor de Dieren (PvdD) heeft afgelopen november een wetsvoorstel ingediend om ecocide in het Wetboek van Strafrecht op te nemen als een nieuw strafbaar feit. Het voorstel maakt het mogelijk dat bestuurders van bedrijven die grote schade aanrichten aan het milieu strafrechtelijk vervolgd kunnen worden.
Shell, Tata Steel en Chemours
In de toelichting bij het wetsvoorstel noemt Kamerlid Van Raan van de PvdD namen als Tata Steel en Chemours (voorheen Dupont) als ‘voorbeelden’ van bedrijven die grote milieuschade aanrichten, al ‘is die beoordeling uiteindelijk aan de rechter.’ Grootschalige milieuschade door olielekken, zoals de olieschade door Shell in Nigeria, ‘kan’ een voorbeeld van ecocide zijn, aldus Van Raan. Net als de grootschalige ontbossing in de Amazone ten behoeve van sojaplantages ‘waar Nederlandse banken op grote schaal in investeren.’
Ook Boskalis wordt genoemd als voorbeeld: het spuit land op voor de aanleg van een luchthaven voor de kust van Manilla. ‘Dit resulteert in het verloren gaan van wetlands die cruciaal zijn voor het overleven van wereldwijd bedreigde trekvogels.’
Ook bestuurders, aandeelhouders en investeerders
Bij ecocide gaat het om ernstige en wijdverbreide dan wel ernstige en langdurige of onomkeerbare milieuschade. Vaak zullen de veroorzakers hiervan ondernemingen zijn. De initiatiefnemers van het wetsvoorstel willen echter, mede met het oog op de afschrikwekkende functie van de strafbaarstelling van ecocide, vooral ook de individuen door wiens beslissingen de milieuschade wordt veroorzaakt, strafbaar te stellen. Het gaat dan meestal om de bestuurders van bedrijven.
Daarnaast wil het wetsvoorstel het ook expliciet mogelijk maken dat anderen die invloed uitoefenen op het beleid van het bedrijf, zoals aandeelhouders, strafrechtelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor ecocide. Daarnaast kunnen ook financiers en investeerders worden gestraft als bewezen kan worden dat zij opzettelijk middelen verschaffen die de ecocide mogelijk maken.
Eumedion, de belangenorganisatie voor institutionele beleggers, maakte tijdens het consultatietraject van het wetsvoorstel bezwaar tegen deze uitbreiding van de kring van mogelijk strafbare personen. Gelet op het huidige wettelijk kader vindt Eumedion het niet juist dat aandeelhouders strafrechtelijk aansprakelijk gesteld kunnen worden voor het plegen van ecocide door beursvennootschappen. Dat is volgens de organisatie niet in lijn met het Nederlandse vennootschaps- en strafrecht.
Schade aan milieu
Het huidige Wetboek van Strafrecht bevat geen bepaling waarin ernstige schade aan het milieu als autonoom misdrijf strafbaar is gesteld. Artikel 173a en 173b Sr zijn op dit moment de belangrijkste bepalingen voor milieudelicten. Deze artikelen regelen de strafbaarstelling van wederrechtelijke emissies in het milieu met (gevaar voor) gezondheidsschade voor de mens. Het te beschermen rechtsgoed daarbij is echter de gezondheid van de mens, niet het milieu. Pas zodra de wederrechtelijke uitstoot impact heeft op de gezondheid van een mens, wordt er strafrechtelijk verwijtbaar gehandeld.
Met de opname van ecocide in het Wetboek van Strafrecht wordt een bepaling gecreëerd waarbij bescherming van het milieu centraal staat.
Ook bij handelen volgens vergunning
Daarnaast kan in het milieustrafrecht nu pas strafrechtelijke vervolging plaatsvinden, nadat bepaalde bestuursrechtelijke regelgeving is geschonden. Hierdoor is het volgens de initiatiefnemers van het wetsvoorstel mogelijk dat milieuschadelijk handelen dat volgens de vergunningsvoorwaarden is toegestaan niet strafrechtelijk kan worden vervolgd.
Om dit probleem op te lossen, is wederrechtelijkheid, in tegenstelling tot de huidige strafbaarstellingen voor milieucriminaliteit, zoals bijvoorbeeld in artikel 173a Sr, in het wetsvoorstel geen wettelijk vereiste. Dit betekent dat een vervolging voor ecocide mogelijk is, ongeacht of de natuurlijke- of rechtspersoon voor het handelen of nalaten een vergunning, ontheffing, vrijstelling of andere vorm van toestemming van de overheid heeft.
Bij het wetsvoorstel wordt het bestuursrechtelijke systeem van vergunningsverlening als het ware gepasseerd. Een onderneming kan zich nog zo goed aan de vergunningsvoorschriften houden, maar een strafrechtelijk verwijt – jegens de onderneming of haar bestuurders – kan alsnog op de loer liggen.
Trend in Europa
Het wetsvoorstel sluit aan bij het (voorlopig) akkoord dat in november werd gesloten voor een nieuwe Europese richtlijn milieucriminaliteit. Deze richtlijn is bedoeld om EU-lidstaten te verplichten tot enkele nieuwe milieustrafbaarstellingen, waaronder één die is bedoeld om het milieu als zodanig te beschermen. Ook is de lijst met milieudelicten flink uitgebreid en worden de straffen en boetes verhoogd bij grote milieudelicten.
In verschillende andere landen, waaronder Frankrijk, is ecocide ook al een strafbaar misdrijf. In andere landen, zoals België, wordt aan wetgeving gewerkt. Op internationaal niveau is er een krachtige lobby gaande om ecocide op te nemen in het Statuut van Rome, waarin is bepaald welke misdrijven door het Internationaal Strafhof berecht mogen worden. De Interparlementaire Unie in Genève nam in 2021 een resolutie aan die oproept tot de strafbaarstelling van ecocide.
Aangiftes
Strafrechtadvocaat Bénédicte Ficq deed voor duizenden mensen aangifte tegen de leidinggevenden van pfas-producent Chemours en Tata Steel. Zij ziet wel brood in de strafbaarstelling van ecocide die bij het Europees Parlement, het Strafhof en de Kamer wordt voorbereid. Ficq zei onlangs tegen Follow the Money: ‘Dat zou een heel belangrijke stap zijn. Ecocide omvat veel meer dan alleen gezondheidsschade bij de mens, dat gaat ook over het beschermen van ecosystemen. Ik zou dat geweldig vinden. Dan zit ik absoluut klaar om een aantal aangiftes te doen.’
Dit artikel is eerder verschenen op advocatie.nl
Geef een reactie